Het is eens te meer duidelijk dat De Zeeuw niks heeft met de stad. Voor hem geen probleem, er is nu al een overvloed aan Vinex, waar al decennia lang volop is gebouwd, bijna overal vrijwel hetzelfde recept. Maar het ergste is zijn volhardende ontkennen (of op zijn minst negeren) van de grote meerwaarde - ook financieel van gemengde, duurzame en (natuur)inclusieve stedelijke gebiedsontwikkeling, met nadruk nabij bestaande en nieuwe OV-knooppunten en op transformatiegebieden.
je hebt die kritische massa nodig om rendabel, hoogfrequent OV te laten rijden. Om nabijheid te voet en fiets te creëren van de vele nodig voorzieningen, van werk, zorg en onderwijs tot cultuur, gezelligheid en omliggende groen- en recreatiegebieden. Ook zwijgt De Zeeuw over de over elkaar heen rollende ruimteclaims in het open landschap, zoals uitbreiding natuur/bos, extensivering landbouw, waterberging, recreatiegebied, energieparken, etc.
Wat De Zeeuw ook niet betrekt in zijn aangehaalde woonwens-onderzoeken zijn juist die duurzame gebiedsontwikkelingen. Tja, wat de boer niet kent lust hij niet. Logisch, want stadswijken als Merwedekanaalzone, Sluisbuurt, Knoop XL, Jaarbeursterrein Utrecht, Rijnhaven Rotterdam en de transformaties van vele andere binnenstedelijke locaties en knooppunt-ontwikkelingen, al dan niet opgenomen in de lijst van 14, zijn nog volop in voorbereiding. Ze staan er nog niet, dus hoe kun je daar voor kiezen in de enquêtes (als ze daar überhaupt al in meegenomen worden).
Aller bedroevendst is dat De Zeeuw de korte termijn voorop stelt en - als lobbyist - vooral de te bouwen aantallen en winsten van ontwikkelaars in het vizier heeft en veel minder de toekomstige inrichting van Nederland, de biodiversiteit, klimaat, etc. Nee, Rijnenburgpolder, Eemvallei Stad en vergelijkbare grootschalige ideeën voor de woningbouwopgave, alwaar ontwikkelaars graag grondposities innemen en al staan te trappelen om vooral horizontaal alles vol te bouwen, dat moeten we niet willen.
Het rijk doet er echt verstandig aan deze impulsen naast zich neer te leggen en die 20 miljard gericht en integraal te investeren door alle kosten en baten op alle betrokken (omgevings)dossiers, van korte tot lange termijn scherp en doortastend af te wegen en op basis daarvan met de stakeholders en lagere overheden de bal op te pakken. Neem niet het recente EIB-rapport als uitgangspunt, maar het artikel van Cees-Jan Pen, Sjors de Vries en Foks Janssen, Brabants dagblad 18 juni jl.

Geplaatst op 23 juni 2021 om 15:48