Opnieuw hapt het Openbaar Ministerie (OM) in het stof. Afgelopen vrijdag zijn voormalig KPMG-bestuurder Jaap van Everdingen, projectontwikkelaar Fred Meijer en twee medeverdachten door de rechtbank Amsterdam volledig vrijgesproken in de zaak rond vermeende fraude bij de bouw van het KPMG-hoofdkantoor in Amstelveen. 

Dat is opnieuw een flinke tegenvaller voor het OM, dat in januari nog celstraffen tot negen maanden en taakstraffen had geëist tegen Van Everdingen en zijn medeverdachten.

Afgelopen donderdag sprak de Amsterdamse rechtbank in een andere kwestie verdachten vrij. Die zaak draaide om het leisurecomplex Go Planet in Enschede waarbij vastgioedondernemer Klaas Hummel, zijn ex-echtgenote en taxateurs van DTZ Zadelhoff onterecht werden verdacht van fraude.    

Sale-and-lease-back constructie KPMG
Van Everdingen was in de ogen van het OM hoofdverdachte. Hij en toenmalig financieel directeur Pim Botterman werden verdacht van het doen van onjuiste aangiften voor de vennootschapsbelasting. Zij zouden kosten voor de inrichting van het nieuwe kantoor en een zogenoemde realisatievergoeding hebben aangemerkt als kostenpost, terwijl het volgens het Openbaar Ministerie in werkelijkheid om verkapte winstuitdelingen zou zijn gegaan.

Behalve Van Everdingen en Botterman waren ook projectontwikkelaar Fred Meijer en zijn medeaandeelhouder Leon Bots verdachte. De twee vastgoedpartners zouden via valse facturen een kleine € 13 miljoen hebben opgestreken.

Het hoofdkantoor werd gebouwd volgens de sale-and-lease-back-constructie: KPMG betaalde de bouw, om het kantoor vervolgens te verkopen en terug te huren. Een hogere verkoopprijs was gunstig voor de partners, maar betekende ook een hogere huurprijs.

Onvoorwaardelijk
Het Openbaar Ministerie eiste daarom in januari een onvoorwaardelijke celstraf van negen maanden tegen Van Everdingen. Tegen de projectontwikkelaar eiste het OM een onvoorwaardelijke celstraf van een half jaar wegens valsheid in geschrifte, tegen Botterman een taakstraf van 180 uur , tegen Bots een taakstraf van 120 uur vanwege betrokkenheid bij witwassen.

Weinig aanknopingspunten
De rechtbank oordeelt dat er te weinig aanknopingspunten zijn waaruit blijkt dat de opgevoerde kostenposten in werkelijkheid winstdelingen betroffen. Daardoor kan ook niet worden geconcludeerd dat de mannen onjuiste aangiften voor de vennootschapsbelasting hebben gedaan.

De realisatieovereenkomst en de facturen blijken niet vals te zijn: er is dus ook geen sprake van valsheid in geschrift of van witwassen van de realisatievergoeding.