Bijna tweederde van de woningcorporaties brengt dit jaar bij hun huurders de maximaal toegestane huurverhoging in rekening, bleek vorige week uit onderzoek van de Persdienst onder ruim honderd corporaties. Barre tijden voor huurders dus, vindt de Woonbond, met dit jaar opnieuw huurverhogingen die kunnen oplopen tot wel 6.5%. Maar niet alle corporaties halen het onderste uit de kan. De Woonbond zette op een rijtje welke corporaties ondanks de verhuurdersheffing hun huurverhoging matigen. Welke zijn dat?

De Woonbond op haar website: "Verhuurders die socialere keuzes maken heb je in alle soorten en maten. De manier waarop ze de huurverhoging matigen verschilt nogal. Maar geen van de hieronder genoemde verhuurders vraagt de hoge percentages die ze van de overheid mogen vragen."

Inflatie volgen

"De Eindhovense corporaties Trudo en Woonbedrijf vragen een inflatievolgende huurverhoging aan alle huurders. Aan de 1.5% bovenop inflatie voor lage inkomens doen ze niet mee, en aan extra huurverhogingen voor de middeninkomens ook niet. Hun huurders krijgen maximaal 2.5% huurverhoging. Ook Beter Wonen uit Almelo en Heemwonen Kerkrade hebben daarvoor gekozen. Andere verhuurders vragen meer, maar blijven wel –voor alle huurders– onder de 4 %. Dat geldt bijvoorbeeld voor Wonen Zuidwest Friesland (2.75%), Pro Wonen uit Lichtevoorde (3.25%) en Het Grootslag uit Wervershoof (3.5 %). Daarnaast zijn er diverse verhuurders die de inkomensafhankelijke huurverhoging achterwege laten, maar iedereen 4% vragen. L’Escaut uit Vlissingen bijvoorbeeld, De Goede Woning uit Rijssen, Woongoed uit Middelburg en Pré Wonen uit Haarlem.

Andere corporaties vragen wel een extra huurverhoging aan middeninkomens, maar beschermen de laagste inkomens. Sité Woondiensten uit Doetinchem vraagt huurders met een laag inkomen 2,5% huurverhoging, en de hogere inkomens 3% of 5%. Ook Dunavie uit Katwijk, Woonkracht 10 uit Alblasserdam en Beter Wonen uit IJsselmuiden ontzien de lage inkomens, en beperken ook de huurverhoging voor middeninkomens. Ieder1 uit Deventer ontziet alléén de groep tot € 34.085, maar vraagt wel 4.5 of 6.5% aan huishoudens met een hoger inkomen. Woonwijze uit Vught rekent 2.5% aan huishoudens met een inkomen tot € 43.602, maar 6.5% aan de categorie daarboven.

Rekening houden met kwaliteit woning

Sommige verhuurders blijven voor alle huurders onders de 4%, maar houden in de huurverhoging ook rekening met de kwaliteit van de woning. Zij ontzien huurders die -gegeven de kwaliteit van hun woning- al een relatief hoge huur hebben. ZOwonen uit Zuid-Limburg laat de huren met gemiddeld 2,85% stijgen, maar voor individuele huurders kan het een hoger percentage zijn (max 3.5%) of juist een (veel) lager percentage. Wooncompagnie uit Schagen doet hetzelfde, maar kiest daarbij voor een gemiddelde huurstijging van 2.6% en een maximale huurstijging van 3.3%. Ook bij WoonopMaat uit Beverwijk en Woningbouwvereniging Langedijk blijft de huurverhoging beperkt. Huurders die meer betalen dan 70% van maximaal redelijk volgens het puntenstelsel krijgen 2.5% huurverhoging. Wie goedkoper woont kan maximaal 4% huurverhoging krijgen. Daarnaast zijn er enkele corporaties die een lagere huurverhoging vragen aan huurders die hoge stookkosten hebben omdat ze in een woning met een slecht energielabel wonen."