Column: Profiteert financier van zekerheidsrechten die zijn verbonden aan de aan hem verpande vordering?
Na de recente faillissementen van onder andere V&D, Macintosh Retail Group, dameskledingketen La Ligna en computerspeciaalzaak Paradigit, viel afgelopen week het doek voor de Ultimate Sports Group, het moederbedrijf van Perry Sport en Actiesport. Schuldeisers (waaronder de financiers) van deze failliete ondernemingen zullen zich moeten beraden over hun positie en de mogelijkheden om onbetaalde vorderingen te incasseren. In dat licht speelt de – voor de financieringspraktijk relevante – vraag of aan de financier die een pandrecht heeft op een vordering op naam (zoals verpande huurpenningen) ook de bevoegdheid toekomt om de eventuele pand- of hypotheekrechten uit te oefenen die aan de verpande vordering zijn verbonden. Recent heeft de Hoge Raad (in hoogste instantie) zich over deze vraag uitgelaten.
Voor een voorbeeld van een pandrecht op een door een ander zekerheidsrecht gedekte vordering kan worden gedacht aan de volgende situatie: A, eigenaar van een pand, trekt een financiering aan van bank B; eigenaar A verleent daarbij aan bank B een pandrecht op de vorderingen van A op de huurder van het pand (C); ter zekerheid van de nakoming van de huurovereenkomst tussen eigenaar A en huurder C verleent C, op zijn beurt, aan A een pandrecht op de vorderingen die C heeft op zijn onderhuurder (D).
Schematisch ziet deze constructie er als volgt uit:
De wet bepaalt onder meer dat, nadat bank B (als pandhouder) eenmaal mededeling heeft gedaan van het pandrecht aan de huurder C, uitsluitend de bank bevoegd is om de (verpande) huurpenningen bij huurder C te incasseren (de zogenaamde ‘inningsbevoegdheid’ gaat als gevolg van de mededeling van eigenaar A over op bank B). Met betrekking tot bovenstaand voorbeeld kan zich de vraag voordoen aan wie (uiteindelijk) het recht toekomt om de onderhuurpenningen bij onderhuurder D te incasseren, nadat bank B (door het doen van mededeling) inningbevoegd is geworden met betrekking tot de (hoofd)huurpenningen.
Hoe oordeelde de Hoge Raad?
In een recente uitspraak heeft de Hoge Raad de benodigde duidelijkheid verschaft met betrekking tot bovenstaande vraag. Daarbij casseerde de Hoge Raad het aanvankelijke oordeel van het Gerechtshof Den Bosch dat (bank) B niet bevoegd zou zijn om over te gaan tot inning van de door (hoofdhuurder) C aan (eigenaar) A verpande onderhuurpenningen, omdat een dergelijke constructie zou afstuiten op een in de wet opgenomen verbod om zonder toestemming van de oorspronkelijke pandgever tot ‘herverpanding’ over te gaan.
Onder verwijzing naar een wat ouder arrest uit 2005, waarin is uitgemaakt dat (ook) een derdenbeslaglegger profiteert van het aan een executoriaal beslagen vordering verbonden hypotheekrecht, oordeelt de Hoge Raad dat het aan (bank) B verleende pandrecht (wel degelijk) tevens de bevoegdheid omvat om de aan (eigenaar) A verpande onderhuurpenningen uit te winnen. Na het doen van mededeling van het pandrecht aan (hoofdhuurder) C, verkrijgt (bank) B als pandhouder immers exclusief de bevoegdheid om de (hoofd)huurvorderingen van A op C te innen. De bevoegdheid van bank B om de huurvordering van A op C te innen omvat tevens de bevoegdheid tot uitoefening van de aan die huurvordering verbonden zekerheidsrechten (lees: uitwinning het pandrecht op de onderhuurvorderingen van C op D), aldus de Hoge Raad.
Overigens zou een andere opvatting (lees: dat bank B niet bevoegd zou zijn tot inning van de onderhuurpenningen) meebrengen dat het pandrecht van eigenaar A haar waarde zou verliezen, waardoor juist eigenaar A zou worden gedupeerd. Na openbaarmaking van het pandrecht is immers uitsluitend nog bank B bevoegd tot inning van de huurvordering van eigenaar A op hoofdhuurder C, met als gevolg dat eigenaar A haar eigen zekerheidsrecht (het door hoofdhuurder C aan A verstrekte pandrecht op de onderhuurvorderingen op D) niet meer kan uitwinnen.
Conclusie
Met het oordeel van de Hoge Raad is het nu een uitgemaakte zaak dat een openbaar pandhouder profiteert van de zekerheidsrechten die zijn verbonden aan de aan hem verpande vordering, zoals ook een derdenbeslaglegger profiteert van het aan de executoriaal beslagen vordering verbonden zekerheidsrechten. Met bovenstaand oordeel kunnen de betrokken partijen mijns inziens goed uit de voeten.
In dat kader geldt dat het voor een debiteur (zoals hoofdhuurder C en onderhuurder D) in principe niet zou moeten uitmaken door wie (eigenaar A of bank B) het pandrecht uiteindelijk wordt uitgeoefend (de huurpenningen moeten immers hoe dan ook worden voldaan). Hierop kan worden afgedongen dat het voor een debiteur natuurlijk wel verschil kan maken of hij in een incassotraject wordt geconfronteerd met een kapitaalkrachtige bank in plaatst van een crediteur met wie al vele jaren zaken wordt gedaan. Ook binnen concernverhoudingen, waar zekerheden aan gelieerde vennootschappen soms louter wegens fiscale motieven worden verleend, kan het uiteraard verschil maken aan wie uiteindelijk het recht tot uitwinning van de zekerheidsrechten toekomt.
Voor de verkrijger van een pandrecht op vorderingen geldt verder dat bij het aangaan van de financiering reeds zou kunnen worden nagegaan of de aan hem verpande vorderingen worden gedekt door een ander zekerheidsrecht. Hierover kunnen eventueel nadere afspraken worden gemaakt in de financieringsdocumentatie. Met name indien het tot een uitwinningscenario komt, heeft de pandhouder die beschikt over een pandrecht op een door pandrecht gedekte vordering in feite een ‘dubbele’ zekerheid.
Een column van Lex Taytelbaum, partner vastgoedrecht en financiering bij Pact advocaten LLP.
Laatste nieuws
- 06-01-2025 15:47 Omgevingsvergunning bouw Van der Valk Hotel in Breda door rechter vernietigd
- 06-01-2025 15:10 Registreer uw organisatie voor WOCODA 2025: Jaarbeurs kloppend hart voor volkshuisvesting
- 06-01-2025 13:24 Friso de Zeeuw: ‘Hét moment om belemmerende regels te verbeteren is nu’
- 06-01-2025 12:51 Amsterdam test woningraden voor directe inspraak woningzoekenden
- 06-01-2025 12:26 Nicole Maarsen benoemd tot bestuurlijk aanjager Innovatie en Opschaling Woningbouw
- 06-01-2025 12:22 Tilburg Noord krijgt 5.000 woningen erbij
- 06-01-2025 12:20 Woningcorporatie Stek zoekt zes nieuwe collega's: Kom jij ons versterken?
- 06-01-2025 11:46 Makelaarsland ziet de woningmarkt iets afkoelen
- 06-01-2025 11:31 BPL Pensioen investeert 90 miljoen in ASR Dutch Farmland Fund
- 06-01-2025 11:16 Damesmodeketen Norah wil naamsbekendheid vergroten en opent vijf nieuwe winkels
- 06-01-2025 10:59 Siep Jan de Haan aan de slag bij Six advocaten
- 06-01-2025 10:54 Detailhandelsomzet: non-food groeit wel, food krimpt
- 06-01-2025 10:03 Doetinchem gaat 70 woningen realiseren in Gaanderen
- 06-01-2025 09:35 Lichte daling van hypotheekrente verwacht dit jaar, maar onzekerheid door Trump
- 03-01-2025 15:25 Newomij verkoopt supermarktportefeuille aan SynVest
- 03-01-2025 14:49 Winkelruimtes in Eindhoven verkocht
- 03-01-2025 14:39 Vertaalbureau huurt pentoffice van Arnhem Building
- 03-01-2025 12:21 Taxand Nederland verder als Borgen
- 03-01-2025 11:40 Reclamebureau huurt 295 m2 kantoorruimte in De Baarsjes in Amsterdam
- 03-01-2025 11:12 Bezwaren en procedures tegen tien projecten in gemeente Berg en Dal ingetrokken of beëindigd
- 03-01-2025 11:00 Aldi Vastgoed verkoopt ontwikkellocatie in Baarn
- 03-01-2025 10:36 Vastgoedinvesteringen in 2025
- 03-01-2025 10:14 MSPS Groep verlengt huurovereenkomst voor 3.500 m2 in Almere
- 03-01-2025 09:48 Plan voor ruim 250 appartementen in Alphen aan den Rijn definitief
- 03-01-2025 08:28 Rowin Tazelaar naar inspire* real estate
- 02-01-2025 16:23 Cédric Haselier naar Coral Capital als investment director
Reacties
Om te kunnen reageren moet u zijn ingelogd. Klik hier om in te loggen.