V&D is met de heropening het warenhuis in Leiden een nieuwe weg ingeslagen. Met een ruimer assortiment aan merken, een verbeterde routing en nieuwe diensten, als een stomerij, een nagelstudio en een föhnbar, heeft het warenhuis meer internationale allure gekregen zonder te high-end te worden. “We hebben van dit lelijk eendje een mooie zwaan gemaakt”, vertellen Sanne Oosterhof, directeur van V&D en Arno van der Voort, managing partner bij Provast, trots.

En dat was geen eenvoudige taak. V&D maakt deel uit van het Waagblok, meerdere aan elkaar geknoopte panden, waarvan enkele een rijksmonumentale status hebben. Het gebouw was verwaarloosd en verouderd. “De mooiste elementen zaten verstopt achter systeemwanden- en plafonnetjes. De winkel was donker en niet uitnodigend. Er moest echt iets gebeuren”, aldus Oosterhof.

Vele ontwikkelaars bogen zich de afgelopen jaren over de renovatietaak in Leiden, maar haakten allemaal af. Provast beet zich er als laatste in vast en liet niet los. “Wij zijn zeven of acht jaar bezig geweest met het concept. Het moeilijkste was om de alle neuzen dezelfde richting op te krijgen. V&D, huurder van het eerste uur, wilde minder meters en belegger ASR Vastgoed Ontwikkeling wilde er juist meer. Daarnaast moet je ook de gemeente meekrijgen in de plannenmakerij. Geen gemakkelijke taak, maar het is ons gelukt, mede door 3000 vierkante meter te verhuren aan modehuis Sting", vertelt Van der Voort op het dak van V&D met prachtig uitzicht over de sleutelstad. De herontwikkeling van het Waagblok is het eerste grote project om Leiden nóg aantrekkelijker te maken. "Een keerpunt voor de binnenstad, die het aflegde tegen naburige steden."

Rekensommen sluitend

Volgens Van der Voort, die wel vaker met het binnenstedelijke ontwikkelingsbijltje hakt, hebben omwonenden en andere potentieel ‘lastige’ partijen, de renovatie van V&D alleen maar toegejuicht. Het pand stond immers vanaf 1960 te verkommeren, een doorn in het oog van veel inwoners. “Het gebouw is in oude luister hersteld en daarmee is het winkelrondje binnenstad compleet. Wij hebben wel tot het uiterste moeten gaan om de rekensommen sluitend te krijgen.” Met de totale ontwikkeling is een bedrag van €45 miljoen gemoeid. Het vastgoed is opgenomen in het ASR Dutch Prime Retail Fund. Dit fonds omvat een portefeuille van ongeveer €1,3 miljard winkelvastgoed en een pijplijn van ongeveer €210 miljoen.

Er is twee jaar gebouwd met twee aannemers: Breumelhof heeft de interne verbouwing gedaan en Schouten Bouw, het casco van V&D, de nieuwe Sting en de fietsenstalling. Architect Michiel Samson van Bureau Kentie en Partners, specialist in monumenten, tekende voor het ontwerp. Gedurende de verbouwing was V&D gewoon open. ”Wij zijn gedurende die twee jaar maar vijf openingsuren dicht geweest”, vertelt Oosterhof.

Denken in werelden

De komende vijf jaar wordt de helft van de filialen van V&D rigoureus onder handen genomen. Bij de andere helft zullen de veranderingen kleiner zijn. Het bedrijf gaat sowieso de nadruk leggen op ‘beleving’ en service. Oosterhof: “Wij zijn in werelden gaan denken. Niet iedereen is in staat om food, fashion en fun onder één dak te bieden.”

V&D bezit zelf geen vastgoed. Oosterhof: “Als huurder kijken we altijd naar de optimalisatie van de portefeuille. Op dit moment hebben we geen concrete plannen om filialen te sluiten.”

Barbara Sanders-Kruseman