Woningborg Toetsing en Toezicht: ‘De bouw is bij ons in veilige handen’

Woningborg Toetsing en Toezicht: ‘De bouw is bij ons in veilige handen’

Het toezicht op de bouw van woningen en kleinere bedrijfsgebouwen is vanaf begin dit jaar in handen van het bedrijfsleven zelf. Hoe functioneert de nieuwe Wet kwaliteitsborging voor de bouw? Sietze Rozema, directeur van Woningborg Toetsing en Toezicht (WTT), is ronduit positief. Eventuele risico’s worden in de praktijk vroegtijdig getackeld. Daar hoeft niet aan te worden getwijfeld. Wat hem betreft, mag de wet ook van toepassing worden verklaard op verbouwingen.

De Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) is sinds januari van dit jaar formeel in werking getreden voor het toezicht op de bouw van onder meer grondgebonden woningen en kleinere bedrijfsgebouwen (gevolgklasse 1). Daarmee verschuift voor die bouwwerken voorgoed het toezicht van de gemeente naar het bedrijfsleven. Het college blijft formeel verantwoordelijk, maar komt in beginsel alleen nog in actie op aangeven van de kwaliteitsborger. De kwaliteitsborger toetst en houdt toezicht op de kwaliteit van het bouwwerk. Cruciaal in die verandering is het zogeheten borgingsplan. Bouwplannen worden met hulp van uitgekiende software uiteengerafeld in slimme analyses waarin beschreven staat hoe wordt gebouwd en wanneer zich elementen aandienen, zoals bijvoorbeeld het storten van beton van de fundering, waarbij feitelijke inspectie op de bouwplaats noodzakelijk is. 

Sietze Rozema werkt al bijna elf jaar bij Woningborg/WTT, sinds enkele maanden vervult hij de rol van directeur. Hij volgde de overgang naar een andere systematiek al die tijd op de voet. 'Ik durf na tien maanden te zeggen: het systeem werkt prima. De kwaliteit is geborgd. Natuurlijk, de markt moet aan die systematiek wennen. Vooraf zijn er uitgebreide pilots gehouden. Voor de bedrijven die daar hebben meegedaan is implementatie makkelijker, dan voor nieuwe toetreders. Maar in de praktijk hebben we de risico’s bij een bouwproject duidelijk in beeld en weten onze medewerkers daadwerkelijk fouten te voorkomen.'

Efficiënte aanpak
WTT werkt heel efficiënt. Zo kunnen bedrijven tot vier uur ’s middags melding maken van activiteiten de volgende dag waar – zoals vastgelegd in het borgingsplan – inspectie op de bouwplaats voor noodzakelijk is. 'Wij garanderen dat iemand van ons dan aanwezig zal zijn. Daarvoor beschikken we over een landelijk netwerk van inspecteurs. Zij zijn eraan gewend flexibel te opereren, maar ons toezicht gaat een stap verder. Onze systemen checken of en hoe de voorgenomen activiteit past in het van toepassing zijnde borgingsplan. Denk aan vragen als: heeft het te storten beton wel de samenstelling zoals vastgelegd in het bouwplan? Mocht dat niet het geval zijn, mochten we afwijkingen constateren, dan kunnen onze medewerkers de aannemer vroegtijdig waarschuwen. Juist dat soort van controlemechanismen dragen eraan bij, dat er tijdens de bouw minder fouten worden gemaakt. Dat is niet alleen van belang voor de veiligheid en voor de voortgang van het bouwproces, het voorkomt ook dat er faalkosten worden gemaakt.'     

Aan de invoering van de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen ging een decennialange politieke discussie vooraf. Breed leefde het besef dat het voor gemeenten - vanwege gebrek aan capaciteit - niet makkelijk is op een goede manier invulling te geven aan hun toezicht- en toetsingstaken. Privatisering zou een passend antwoord zijn, maar verdeelde vervolgens de geesten. Meer conservatieve krachten toonden zich bezorgd over mogelijke kostenverhogingen voor het bouwend bedrijfsleven. Ter linkerzijde leefden vooral principiële bezwaren tegen privatisering van taken die traditioneel bij Bouw- en Woningtoezicht van de gemeente zijn belegd. Ook bestond vrees voor eventueel gesjoemel met gevaar voor toekomstige gebruikers. Volgens Rozema zijn die zorgen niet gegrond. 'De bouw is bij ons in veilige handen. Onze aanpak werkt, dat hebben we na meer dan duizend pilotprojecten wel laten zien. Woningborg Toetsing en Toezicht geniet veel vertrouwen, niet voor niks zijn we marktleider. Bovendien moeten we als kwaliteitsborger voldoen aan strikte richtlijnen en eisen. De gemeente controleert of we gekwalificeerd zijn. En WKI volgt het gebruik van het door hen ontwikkelde kwaliteitsborgingsinstrument.

Wet doorzetten
De reikwijdte van de wet is nu nog beperkt tot grondgebonden woningen en kleinere bedrijfsgebouwen (gevolgklasse 1). In zijn laatste maanden als minister voor Volkshuisvesting besloot Hugo de Jonge de wet nog niet van toepassing te verklaren op verbouw in dezelfde gevolgklasse. Het bouwend bedrijfsleven was volgens de toenmalige minister nog niet goed voorbereid op die stap. 'Bij verbouwingen gaat het minder om gestandaardiseerde bouwplannen. Niet zelden worden in het werk nog keuzes gemaakt, dat maakt die bouwplannen en aansluitend de ontwikkeling van de borgingsplannen ingewikkelder. Er draaien - net als we eerder hebben gedaan voor nieuwbouw - pilots met het bedrijfsleven. Zelf denk ik, dat de ervaringen met de Wkb zo goed zijn dat we ook voor dat onderdeel die stap wel kunnen zetten. Wij hebben in elk geval de drive om ook in dat segment kwaliteit te bieden.'



Reacties


Laatste nieuws