Lessen in communitybouwen in Winkelmadepark: thuisgevoel is hoog, maar minder wooneenheden zou beter zijn

Lessen in communitybouwen in Winkelmadepark: thuisgevoel is hoog, maar minder wooneenheden  zou beter zijn

Corporatie Wooncompagnie is gewoon maar aan het community-bouwen in het Noord-Hollandse plaatsje Winkel begonnen. Strateeg Arjen Zandstra van de Wooncompagnie: ‘We zouden nu sommige zaken anders aanpakken, maar als je niet gewoon begint, leer je die lessen nooit.’

Dat zei Zandstra bij de presentatie van het woonconcept voor Winkelmadepark op de beurs Wocoda vorige week. Winkelmadepark is een transformatie van enkele gebouwen van een verzorgingstehuis in het Noord-Hollandse plaatsje Winkel. De corporatie wilde het bij deze transformatie naar wonen met betaalbare huur eens anders aanpakken en wilde een community opbouwen. Zandstra: ‘De samenleving lijkt uiteen te vallen, maar tegelijk horen we steeds meer de wens dat huurders deel willen uitmaken van een gemeenschap. Daar wilden we op inspelen.’

Acht uren per maand
Winkelmadepark is drie jaar geleden in coronatijd gestart. De gemeenschappelijke onderlegger is vooral de grote groenomgeving tussen de complexen die de bewoners zelf moeten creëren en onderhouden. Zandstra: ‘We wilden dat de community niet te vrijblijvend zou zijn, er is contractueel vastgelegd dat bewoners acht uur per maand tijd aan de community moeten besteden. We hebben de bewoners van tevoren gescreend: ze moesten een motivatiebrief sturen waarom ze in Winkelmadepark wilden wonen en we hebben gesprekken gevoerd. Ook hebben we zaken geformaliseerd: er zijn statuten, er is een vereniging opgericht en er is een bestuur bestaande uit bewoners.’

Volgens Zandstra is er zeker een community ontstaan: ‘Het bewijs daarvoor levert de app van Area of People die we gebruiken. Het thuisgevoel dat de bewoners hierop aangeven heeft een score van 8,6 procent terwijl 7,7 procent de benchmark is. 90 procent van de bewoners zijn actief betrokken.’

Coach voor vijf dagen is veel
De geleerde lessen zijn divers: het groen wordt door de bewoners, die hiervoor een budget krijgen van de corporatie, efficiënter beheerd dan dat de corporatie dat zelf kan. Vanaf het begin loopt er een communitycoach rond waarvan Zandstra zegt: ‘Die is noodzakelijk om mensen te betrekken, maar de coach moet niet in de val trappen om zaken vóór de mensen te gaan regelen. Dat moeten ze zelf doen.’ Bovendien vindt Wooncompagnie een coach voor vijf dagen wel veel, liever bouwt de corporatie af naar drie dagen.

Als andere geleerde les noemt Zandstra dat een community met 104 wooneenheden wel veel is en dat Wooncompagnie een volgende community zeker met minder woningen zou doen: ‘Behalve het bestuur zijn er ook veel commissies. Er is heel veel overleg, want veel betrokkenen en de bewoners neigen er naar toch veel vast te willen leggen. Wat ons betreft mag het wel wat minder, daar zit een spanning.’

Een paar gekken
Ook is er verschil in de mate waarin mensen betrokken zijn. Zoals iemand uit de zaal uit eigen ervaring met een andere community beschreef: ‘Er zijn altijd een paar 'gekken' waar de community op draait en anderen profiteren daarvan.’ Zandstra: ‘Er is duidelijk een verschil tussen ouderen en jongeren. De gepensioneerde ouderen hebben zeeën van tijd en zijn zeer uitgesproken. De jongeren hebben een baan en dus minder tijd. Dat botst.’

Wooncompagnie blijft een vinger aan de pols houden. Zandstra: ‘De coach heeft ‘zit-je-op-je-plek-gesprekken. Voor nieuwe bewoners voeren wij als corporatie nog steeds de gesprekken, maar we willen ernaar toe dat de bewoners dat uiteindelijk zelf gaan doen.’



Reacties


Laatste nieuws