‘Het draait om feitelijk energieverbruik, niet om labels’

Jaap van Rhijn, voorzitter van de Werkgroep Kantoren wil de kantorenvoorraad snel Paris Proof maken. Daarom pleit hij voor een maximum netto energieverbruik en om nieuwe wetten die systeemblokkades opheffen.

De Dutch Green Building Council (DGBC) sprak met de voorzitters van de werkgroepen Kantoor, Onderwijs, Zorg, Logistiek en Retail. Centrale vraag: hoe realiseert uw werkgroep de Parijse klimaatdoelstellingen? Vandaag Jaap van Rhijn over de rol voor de kantorenmarkt.

De twee lijnen van de Werkgroep Kantoren
Werkgroep Kantoor volgt twee lijnen om de Parijse klimaatdoelstellingen te halen, vertelt voorzitter Van Rhijn. “Wij hebben ten eerste een duidelijk doel van 50 kilowattuur per vierkante meter. Dat is het maximale totale energieverbruik voor een vierkante meter kantoor. De tweede lijn is meer snelheid. Om dit te bewerkstelligen willen we graag dat de wetgever een paar wetten aanneemt. Hiermee wordt de systeemblokkade van de zogenaamde ‘split incentive’ opgeheven en wordt het bewustzijn vergroot dat het om feitelijk energieverbruik draait en niet meer om labels.”

"Wat we van de wetgever verlangen is dat hij een wet aanneemt, zodat we voortaan in Nederland alleen nog maar gebouwen mogen huren inclusief energielasten"

De werkgroep wil dat de ‘Split Incentive’ op korte termijn wordt opgeheven. “Al decennia lang komen we niet verder met het huidige systeem waarbij de eigenaar moet investeren in verduurzaming, terwijl de huurder hier profijt van heeft”, licht Van Rhijn toe. “Wat we van de wetgever verlangen is dat hij een wet aanneemt, zodat we voortaan in Nederland alleen nog maar gebouwen mogen huren inclusief energielasten. Dat betekent dus energieverbruik en energiemanagement.” Dat zet volgens Van Rhijn de deur open voor grootschalige investeringen, kost de belastingbetaler niets en zorgt voor lagere administratieve lasten. “De wetgever moet er bovendien voor zorgen dat het energieverbruik per gebouw inzichtelijk is in het kadaster, zodat duidelijk is welk gebouw voldoet en in welk gebouw kan worden geïnvesteerd.”

Nieuwe dynamiek
Op deze manier hebben ook externe partijen de mogelijkheid iets te bedenken waarmee zij het energieverbruik naar beneden kunnen krijgen. “Iemand klopt in zo’n geval spontaan aan met een businesscase. Dat is gangbare praktijk in Amerika. Zo ontstaat een nieuwe dynamiek om te investeren. En dat is eigenlijk de kern van wat we willen met Deltaplan Duurzame Renovatie.”

"Eén ding weten we zeker: gemiddeld gezien moeten we in Nederland circa driekwart van de energie die we nu verbruiken, gaan bezuinigen. De kwart die overblijft, kun je duurzaam opwekken"

In verband met het reduceren van de CO2 moet nu tevens de stap worden gezet naar het maximeren van de hoeveelheid energie, meent hij. “Want om Parijs te halen, kunnen we in 2050 alleen nog maar gebruik maken van duurzame energiebronnen.” Die 50 kilowattuur is volgens Van Rhijn een afgeleide van wat op Nederlands grondgebied kan worden opgewekt met duurzame energie, vertaald naar het verbruik in de kantorensector.

“Eén ding weten we zeker: gemiddeld gezien moeten we in Nederland circa driekwart van de energie die we nu verbruiken, gaan bezuinigen. De kwart die overblijft, kun je duurzaam opwekken. Het grootste gedeelte zal windmolens zijn, een beetje zonnepanelen en een heel klein beetje biomassa. Dat is onze voorzichtig inschatting.” Deze maatstaaf is ook makkelijk te meten omdat hij is gebaseerd op daadwerkelijk gebruik, aldus Van Rhijn. “Een kwestie van de meters aflezen en delen door het aantal vierkante meters en je weet hoe ver je nog moet om ‘Parijs te halen’.”

“Een kwestie van de meters aflezen en delen door het aantal vierkante meters en je weet hoe ver je nog moet om ‘Parijs te halen’.”

Emoties
Of de Parijse klimaatdoelstellingen worden gehaald, hangt af van een groot aantal omstandigheden, zegt Van Rhijn. “We weten uit de autobranche dat de labels te weinig zeggen over het daadwerkelijke energieverbruik. En dat is niet alleen de mening van de werkgroep; de wetenschap onderbouwt dit. Onze benadering wordt door experts onderschreven als een robuuste manier om naar vraagstukken te kijken. Verder zou het voor het halen van de klimaatdoestellingen goed zijn als er nog een paar keer zoiets gebeurt als in Groningen. Ik denk dat we dan pas massaal zeggen: ‘Zo kan het niet langer’. Feiten maken niet zoveel indruk op mensen; emoties wel.”

Vol voor gaan
Wat hij persoonlijk heel bijzonder vindt aan het Deltaplan Duurzame Renovatie, is dat er alleen mensen aan tafel zitten die vanuit professioneel oogpunt en persoonlijke motivatie met het vraagstuk bezig zijn.

“Iedereen levert input op basis van eigen kennis en knowhow, zonder dat men aan tafel zit om een (bedrijfs)belang te vertegenwoordigen. Deze opzet werkt enthousiasmerend en zorgt er voor dat we een inhoudelijke lijn kunnen volgen. Typisch DGBC dus. Deltaplan Duurzame renovatie vertegenwoordigt geen achterban, maar is een inhoudelijke back-up. Wij gaan er daarbij vanuit dat er voor ons een langdurige rol is weggelegd, omdat inzichten in de loop der tijd zullen veranderen. We zijn nu slechts een jaar bij elkaar en we zijn al heel ver gekomen. Werkgroep Kantoren wil er echt vol voor gaan.”



Reacties


Laatste nieuws