Sobere maar fatsoenlijke huisvesting voor vergunninghouders


Het huisvesten van vergunninghouders blijft achter bij de grote toestroom. Er is gewoon te weinig woonruimte beschikbaar. Méér is nodig en wel op korte termijn. Uit een pilot komt naar voren dat herbestemmen van leegstaand vastgoed in de praktijk lastig is. Nijmegen laat zien hoe het wel kan! 

Het huisvesten van vergunninghouders blijft achter bij de grote toestroom. Méér woonruimte is nodig, en wel op korte termijn. Uit een pilot komt naar voren dat herbestemmen van leegstaand vastgoed in de praktijk lastig is. Nijmegen laat zien hoe het wel kan!

Op 27 november 2015 sloten Rijk en gemeenten het concept-Bestuursakkoord Verhoogde Asielstroom. De 393 gemeenten van Nederland hebben tot 18 december de tijd om te reageren. Dit akkoord geeft de uitvoerders van het asielbeleid extra mogelijkheden het grote huisvestingsprobleem voortvarend aan te pakken. Het akkoord tekent de urgentie. Maandelijks groeit het aantal asielzoekers in de opvangcentra, en met hen diegenen die al een verblijfsvergunning hebben gekregen, maar niet uit die centra wegkomen. Op dit moment verblijven er 48.000 vluchtelingen in een AZC, van wie 16.000 met een verblijfsvergunning.

Het akkoord gaat in op huisvesting als eerste prioriteit, maar tevens op onderwijs, taal, lokaal draagvlak, traumaverwerking, werk en inburgering, allemaal zaken waarmee je niet snel genoeg kunt beginnen. Het huisvesten van vergunninghouders blijft achter bij de grote toestroom. Er is gewoon te weinig woonruimte beschikbaar. Méér is nodig, en wel op korte termijn. Er leven in den lande een heleboel ideeën. Veel wethouders, ambtenaren, bestuurders en burgers willen hun bijdrage leveren en ook allerlei commerciële partijen komen met nieuwe concepten voor (tijdelijke) transformatie en tijdelijke woonunits.

Pilot Platform31
Ondanks alle ideeën en betrokkenheid komt de realisatie van meer huisvesting, permanent en tijdelijk, te langzaam van de grond. Platform31 heeft dit jaar met negen steden en externe deskundigen een stimuleringsprogramma georganiseerd om leegstaand vastgoed tijdelijk te bestemmen voor woonruimte voor vergunninghouders en andere spoedzoekers. Onlangs kwamen we voor de derde keer bij elkaar, toepasselijk in een voormalig militair gebouw. Uit deze pilot blijkt tijdelijke herbestemming in de praktijk maar lastig. Dat terwijl het technisch, juridisch, planologisch en zelfs financieel gemakkelijker en rendabeler blijkt te zijn dan gebouweigenaren en gemeenten doorgaans denken. Er wordt te veel op elkaar gewacht. Wie neemt het initiatief en haalt de hete aardappel uit het vuur. Niet de kansen, maar mogelijke belemmeringen staan centraal (“ja, maar…”).

Partijen blijven naar elkaar kijken en op elkaar wachten. Iedereen voelt zich verantwoordelijk, maar niemand zet de eerste stap. Het knelpunt ligt vaak bij de vraag ‘wie betaalt de investering?’ Is dat het Rijk, de gemeente, de corporatie of misschien een andere partij? De opdrachtgever voor de transformatie ontbreekt. Een antwoord op deze vraag is cruciaal om het traject te starten. Ook het antwoord op ‘wie verhuurt en exploiteert?’ behoort tot het sluitend krijgen van de businesscase.

Partijen kijken naar elkaar
Het Rijksvastgoedbedrijf inventariseerde welke lege Rijkspanden ingezet kunnen worden voor de huisvesting van vergunninghouders. Zij wacht echter totdat gemeenten hen benaderen en dat blijkt niet storm te lopen. Gemeenten laten het huisvesten van vergunninghouders graag over aan de corporaties. Die geven aan geen financiële middelen te hebben voor de realisatie van woningen; bovendien zijn corporaties huiverig voor tijdelijke huisvesting met tijdelijke huurcontracten en mogelijke huurachterstanden.

Wie zet de eerste stap? Wie wordt opdrachtgever? Wie betaalt de investering? In Nijmegen zette de verantwoordelijke wethouder de eerste stap en inmiddels is een voormalige studentenpand getransformeerd naar huisvesting voor vergunninghouders. Een mooi voorbeeld van hoe het wel werkt!


Huisvesting voor statushouders op voormalig studentencomplex Griftdijk in Lent. (foto SSHN)

Nijmeegs voorbeeldproject
De Nijmeegse corporaties gaven in het voorjaar van 2015 aan extra woonruimte nodig te hebben om aan de taakstelling te kunnen voldoen. De Nijmeegse wethouder Bert Frings nam daarop het initiatief om een complex van studentenhuisvester SSHN, dat op het punt stond gesloopt te worden, te laten bewonen door circa 100 jonge Eritreese vergunninghouders. Er werd in mei 2015 een werkgroep gevormd met vertegenwoordigers van gemeente (afdeling Maatschappelijke ontwikkeling en afdeling Vastgoed), corporatie Talis. Buro SBHtrad op als adviseur huisvesting en maatschappelijk vastgoed.

De werkgroep realiseerde in enkele weken een projectplan voor een sluitende businesscase voor de opvang. Het plan van aanpak rust op drie pijlers:

  1. Realiseren adequate huisvesting door Talis en Buro SBH.
  2. Integratie en inburgering door Gemeente en Vluchtelingenwerk.
  3. Integratie en participatie in de wijk door Gemeente en Tandem.

Het was een spannende opgave, omdat het clusteren van vergunninghouders in één complex niet eerder op deze wijze door de betrokken partijen was gerealiseerd. Op dat moment ging het in tegen alle gangbare opvattingen over integratie en spreiding.

Om onnodige vertraging te voorkomen, heeft de gemeente op voorhand een omgevingsvergunning aangevraagd. Op dat moment was nog niet duidelijk welke partij als exploitant zou optreden. Op 30 juni presenteerde de wethouder het plan aan omwonenden en belanghebbenden. Tegen de omgevingsvergunning werd geen enkel bezwaar ingediend. Het plan met sluitende exploitatie en onherroepelijke bouwvergunning werd vervolgens aan de gezamenlijke corporaties aangeboden. Woningbouwstichting De Gemeenschap besloot om het plan integraal uit te voeren.

Het project dat in fases tot stand komt, is inmiddels voor 50% bewoond met vergunninghouders en daarnaast wonen er ook 20 studenten van de HAN die een actieve rol spelen bij de begeleiding van de vergunninghouders.


Betrokken organisaties

 

Over de auteurs: 

Vera Beuzenberg en Frank Wassenberg werken bij Platform31, kennisorganisatie voor stad en regio en zijn verbonden aan Platform Opnieuw Thuis.

 



Reacties


Laatste nieuws