Bouwers redden het niet zonder BIM

Wie BIM heeft, heeft de toekomst. Daarover waren ze het eens, de deelnemers aan de discussiebijeenkomst over BIM die Continu, intermediair voor Bouw en Industrie, organiseerde op 10 december. De aanleiding daarvoor was, aldus Frank Haagedoorn, directeur Bouw en Infra van Continu, de behoefte een beter beeld te krijgen van het belang dat de sector hecht aan BIM en wat de introductie van BIM vraagt van de nieuwe bouwkundigen op de arbeidsmarkt.

Plaats van handeling: het Evoluon in Eindhoven. Na een rondleiding door het beroemde, vliegende schotelachtige gebouw maken zo’n 25 mensen zich op voor de discussie. Vertegenwoordigers van uiteenlopende partijen in de bouw, onder wie BIM-voorvechter Bart Elsten van Trebbe, Gerrie Muhren van SMART Building, Faas Moonen, docent Constructief Ontwerp aan de TU Eindhoven en medewerkers van Continu. Marjet Rutte leidt de discussie. 

Snel terugverdiend

BIM is een blijvertje, daarover zijn de aanwezigen het vrijwel unaniem eens. Iemand stelt zelfs dat uiteindelijk alleen de bedrijven die met BIM werken overblijven. De ene somberman die denkt dat zodra de crisis achter de rug is, geld weer allesbepalend zal zijn en BIM geschrapt wordt, haalt ook snel bakzeil.

BIM vraagt weliswaar om een investering in tijd en geld, maar die is snel terugverdiend. Probleem daarbij is wel dat degene die investeert in BIM, niet degene is die er het meeste van profiteert. De investering moet namelijk gebeuren vooraan in het proces: het is het ingenieursbureau dat investeert, terwijl de bouwer er het meeste aan verdient.

Iedereen vaart wel bij BIM

Ook dat is maar betrekkelijk, vinden anderen. Ook de partijen aan het begin van de keten hebben veel voordeel van BIM, doordat de inspanning in de hele keten minder wordt. Fouten komen nu al bij het voorlopig ontwerp naar boven in plaats van tijdens de uitvoering, en daar heeft iedereen belang bij. Bovendien kan deze scheve verhouding helemaal uit de weg geruimd worden door op een andere manier samen te werken en met de hele keten goede afspraken te maken over de inzet van BIM.

Weg met het wantrouwen

Gemeengoed is het nog bepaald niet, maar heel voorzichtig zien we in de bouw een andere manier van samenwerken opkomen. Daarbij zitten alle partijen die bij een bouwproject zijn betrokken van het eerste moment met elkaar aan tafel, inclusief de opdrachtgever. De partijen werken samen en dragen samen de verantwoordelijkheid. Het wantrouwen dat de samenwerking in de bouw meestal kenmerkt, maakt plaats voor openheid en vertrouwen. ‘Alle gordijntjes gaan open’: wat er verdiend gaat worden, waar de problemen zitten en wat er tegenvalt. Ook de investering voor BIM en de voordelen die je dankzij BIM behaalt kun je in zo’n samenwerking transparant maken. Dit soort processen wordt niet op gang gebracht door de introductie van BIM, maar BIM is wel een heel geschikt instrument om zo’n proces te ondersteunen.

Onderaannemers

Waarom gaat de introductie van BIM niet veel sneller, als het zo’n mooi instrument is? Zijn het de installateurs en de onderaannemers die aan de kar hangen? Die beschuldiging vinden de deelnemers te gemakkelijk. Natuurlijk is het voor ‘de grote jongens’ gemakkelijker om aan de slag te gaan met BIM dan voor de loodgieter op de hoek, die komt daar gewoon nog niet aan toe. Maar daar kun je zelf ook een rol in spelen, door onderaannemers al vanaf het begin bij een proces te betrekken, met ze te overleggen en ze te stimuleren.

BIM als norm

Ook opdrachtgevers kunnen een rol spelen bij een voortvarende invoer van BIM door het gebruik van BIM te eisen van de bouwer. Natuurlijk zijn er opdrachtgevers die er nog nooit van hebben gehoord, die gewoon een mooi gebouw willen. Die geen idee hebben wat er allemaal misgaat tijdens een bouwproces en hoeveel het wel niet kost om dat op te lossen. Ook al zitten zij daar niet op te wachten, je zou ze als bouwer toch hun belang en voordeel uit moeten kunnen leggen. Aan de andere kant zijn er grote opdrachtgevers die wel degelijk bijdragen aan een versnelling: de Rijksgebouwendienst schrijft BIM als norm voor bij al haar bouwopdrachten en ook Rijkswaterstaat is daar mee bezig. Ook organisaties als woningcorporaties zouden door zo’n beleid een rol van betekenis kunnen spelen. 

Soft skills

Voor het gebruik van BIM zijn geen vaardigheden nodig die traditionele bouwers missen. Bouwers moeten vooral veel verstand hebben van bouwen. De rest komt vanzelf wel. Los daarvan is wel duidelijk dat soft skills steeds belangrijker worden. En dat is nieuw: ‘Nog niet zo lang gelden was het bouwvolume groot en kwam het werk vanzelf binnen. Als we al soft skills hadden, dan hebben we heel goed geleerd ze vooral niet te gebruiken’. De bouwer van nu moet kunnen samenwerken, communiceren en overleggen, en aan die vaardigheden schort het nogal eens.

Cultuuromslag

In eerste instantie wordt gewezen naar de bouwkundeopleidingen, die moeten daar wat aan doen. De opleidingen zouden beter op de hoogte moeten zijn van deze behoefte in het werkveld. Zo eenvoudig ligt het niet, zegt Faas Moonen, docent Bouwkunde aan de TU in Eindhoven. Tachtig procent van zijn collega’s combineert, net als hij, het werk op de TU met een baan in het bedrijfsleven, dus die kennen die behoefte wel degelijk. De Bouwkundeopleiding besteedt dan ook uitgebreid aandacht aan soft skills. Vers afgestudeerde bouwkundigen klagen juist regelmatig dat hun softe inbreng allesbehalve gewaardeerd wordt in de praktijk. Misschien realiseren de mensen op de werkvloer zich nog niet ten volle hoe goed zij die soft skills van hun jonge collega’s zouden kunnen gebruiken. Om dit besef te laten doordringen is een cultuuromslag nodig in de bouwwereld.

Geen eenheidsworst

Wat de bouwkundeopleidingen in ieder geval ook moeten blijven doen, is goede vakmensen opleiden: zo lang er goede architecten zijn, zal BIM niet hoeven leiden tot de gevreesde eenheidsworst. Integendeel: BIM kan juist gebruikt worden als een middel om heel bijzondere ontwerpen te realiseren.

Gewenningsperiode

We zitten midden in een gewenningsperiode, maar over niet al te lange tijd weten we niet anders meer en werkt iedereen met BIM. Het is vergelijkbaar met de 2D-revolutie: er is ook niemand meer die met papier en potlood zit te tekenen. Zoals een deelnemer aan het eind van de bijeenkomst zei: ‘Als we over 20 jaar terugkijken, dan denken we vast ‘wat waren we toch aan het tobben… ‘.

Door: Liliane Belt

 



Reacties


Laatste nieuws