Pieter Bregman, Nijestee: Enquetecommissie, Kerst, het kind en het badwater

De parlementaire enquetecommissie woningcorporaties zit midden in haar voorbereiding. Mag ik hen, en u allemaal, in alle bescheidenheid iets meegeven ter overdenking onder de Kerstboom?

Reflectie op het stelsel

Het stelsel is in internationaal perspectief een groot succes, in omvang, betaalbaarheid en kwaliteit van de woningvoorraad voor mensen met een smalle beurs, maar vooral ook in het vrijwel ontbreken van echte achterbuurten in Nederland. Misschien zijn we daaraan gewend geraakt en dus verwend, en is het probleem van de volkshuisvesting dat er geen echt probleem meer is. Maar: die doorgaans nette wijken, ook voor mensen met een klein inkomen, zijn onbetaalbaar, zeker als je ze laat versloffen. Ga maar eens kijken in Charleroi, Lille, Birmingham of Dortmund.

En dat zonder staatssteun! Het Rijk is achtervang bij het WSW, en heeft daarmee wel een dikke vinger in de pap, maar betaalt geen geld aan de sector. Ze zit dus voor een dubbeltje op de eerste rang. Dit stelsel zou ook nog, door anticyclisch investeren, een flinke economische stabilisator kunnen zijn die andere landen ontberen. Als we daar juist nu nu eens gebruik van zouden maken, door afspraken over investeringen, in plaats van te heffen?

We moeten dus trots, en heel zuinig zijn op de resultaten van ons stelsel. Het stelsel is echter ‘onvoltooid’ en heeft (hoewel de sturingsfilosofie achter het BBSH uitstekend is) lang te vage kaders geboden met te veel maar tandeloze toezichthouders. Dat was helaas een voedingsbodem voor cowboys binnen de sector én voor de waan van de dag in de politiek. De combinatie leidt tot bokken van diverse slag. Toch: de affaires betreft een kleine minderheid van de corporaties. De meeste doen hun werk met passie en resultaat.

20 jaar volkshuisvesting in zes periodes

De afgelopen 20 jaar, uitgesplitst in zes periodes, geeft hier een aardig beeld van:

  • 1996-1999 Periode na brutering, interne focus, professionalisering, schaalvergroting. Start wijkvernieuwing. Start verkoop bestaande voorraad. Sterke vermogensgroei. Nieuwbouw geen taak meer.
  • 1999-2002 Remkes: burger moet wat te kiezen hebben. Particulier opdrachtgeverschap, koopwoning, afschaffing eisen woonruimteverdeling (KAN-experiment). Breed uitwaaierende activiteiten en flirt met de markt. Opting out? Verkoop leidend, oprichting makelaars, VVE-beheerders.
  • 2002-2005 Nieuwe woningnood, dwingend beroep op corporaties om te bouwen, ook of zelfs juist vrije sectorhuur en koop. Daarom vindt op grote schaal aankoop van locaties plaats, activiteiten ‘waaieren uit’ in projectontwikkeling. Ook is er hernieuwd oog voor maatschappelijke relevantie. Aandacht voor leefbaarheid. Kwetsbare groepen.
  • 2008-2010 Vogelaarwijken, beroep op corporaties ‘achter de voordeur’ te komen. Nu waaieren de activiteiten juist in het sociale domein ver uit. Start met heffingen, vennootschapsbelasting.
  • 2009-2013 Sector in de knel door heffingen, crisis, vastlopende woningmarkt, inperking speelveld / kerntaakdiscussie, staatssteundiscussie, affaires, toenemende regel- en toezichtsdruk.
  • 2013-2017 Investeringen naar dieptepunt, snel oplopend woningtekort, snel stijgende huren.

 Hoe kan het beter

Het landelijk beleid moet gaan over volkshuisvestelijke doelen: goed en betaalbaar wonen voor iedereen, keuze, leefbaarheid, mobiliteit vanwege geluk én economie. De huur- en koopmarkt moeten gelijktijdig worden ontregeld.

Er moet meer duidelijkheid komen over doelen, rol en kader van woningcorporaties. Binnen die heldere kaders is voldoende ruimte nodig, vooral vanwege lokale verschillen. Genoemde duidelijkheid zal de cowboys in toom -, maar ook de politiek op voldoende afstand houden. De burger die wil wonen heeft groot belang bij continuïteit, consistentie, en vertrouwen.

Benut de sterke kanten van de sector: de leefbare wijken, de betaalbare woningvoorraad, het vermogen om anticyclisch te investeren. Bouw de lokale verankering (bewoners en gemeente) uit. Corporaties kunnen een voortrekkersrol vervullen in burgerparticipatie. Soft controls binnen de corporatie zijn essentieel voor verandering: maatschappelijke betrokkenheid, dienstbare houding, lokale verbinding, aanspreekbaarheid, een transparante, openhartige cultuur.

Het maatschappelijk midden kan best of both worlds zijn: maatschappelijke doelen als een overheid, met de efficiency en effectiviteit van de markt. Nu dreigt voor corporaties het omgekeerde. De trend van steeds meer, en voortdurend veranderende regels plus een steeds hogere toezichtsdruk bergen het gevaar in zich van worst of two worlds: inefficiënt als de overheid, en gericht op geldelijk resultaat als de markt. Dan is de corporatie overbodig: niet geworden, maar gemaakt.  Dat zou in groter perspectief eeuwig zonde zijn. Gooi het kind niet met het badwater weg.

Auteur Pieter Bregman is algemeen directeur van Groningse woningcorporatie Nijestee.



Reacties


Laatste nieuws