Schotelantennes aan huurwoningen: verbod zinloos?

Het aanbrengen van schotelantennes aan huurwoningen houdt de gemoederen al een tijd bezig. Veel professionele verhuurders, met name woningcorporaties, hebben zich tot doel gesteld de plaatsing van schotelantennes zoveel mogelijk aan banden te leggen. Dit stuit weer vaak op fel verzet van huurders die door een opgelegd verbod geraakt worden.

Het resultaat is dat er inmiddels vele procedures zijn gevoerd. Huurders beriepen zich in deze procedures op artikel 10 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) dat ziet op het recht op vrije informatiegaring. Verhuurders stelden zich op hun beurt op het standpunt dat er voldoende alternatieven zijn voor het verkrijgen van de gewenste informatie en dat schotelantennes ontsierend zijn.

Dit leidde tot een belangenafweging door de rechter en dat blijkt ook wel uit de jurisprudentie. Deze is op zijn zachtst gezegd divers. Wel is er een tendens in de jurisprudentie waar te nemen die gelijk opgaat met de opkomst van internet. Immers, via internet kan ook buitenlands nieuws worden gevolgd en hierdoor kwalificeerde internet zich volgens de rechter in veel gevallen als redelijk alternatief voor de schotelantenne en werd geoordeeld tot verwijdering van de schotelantenne.

Inmiddels heeft ook het Europese Hof voor de Rechten van de Mens zich uitgelaten over het verbod tot het plaatsen van een schotelantenne. En deze uitspraak zal naar mijn verwachting van grote invloed zijn op de Nederlandse rechtspraak op dit vlak.

In de zaak die speelde voor het Europese Hof ging het om een Iraakse familie die woonachtig is in Zweden. Zij had een schotelantenne geplaatst om nieuws en andere televisieprogramma's uit haar thuisland te kunnen bekijken. Deze familie werd door haar verhuurder gesommeerd de door haar geplaatste schotelantenne te verwijderen. De zaak liep uit op een gerechtelijke procedure waarin verhuurder in het gelijk werd gesteld. De rechter vond - zoals in Nederland ook vaak het geval - dat er voldoende alternatieven waren. De familie legde de zaak echter voor aan het Europese Hof. Deze oordeelde - eenvoudig gezegd - dat van het recht op vrije nieuwsgaring alleen kan worden afgeweken indien er sprake is van dringende redenen van algemeen belang. Dat een verhuurder een schotelantenne niet mooi vindt of dat hij bang is voor wildgroei, is hiervoor niet voldoende. Ook oordeelde het Europese Hof dat niet snel mag worden aangenomen dat er sprake is van een redelijk alternatief. Hiervan is pas sprake als dit alternatief minstens hetzelfde biedt als de schotelantenne. Daarbij geeft het Europese Hof nog nadrukkelijk aan dat het soort informatie niet belangrijk is. Ook pure entertainment valt onder de reikwijdte van artikel 10 van het EVRM. Om kort te gaan: de schotelantenne mocht blijven staan.

Deze uitspraak heeft inmiddels ook zijn weg gevonden naar de Nederlandse rechtspraak. In een recent gepubliceerd arrest van het Gerechtshof Amsterdam werd een vordering tot verwijdering van een schotelantenne, onder verwijzing naar het arrest van het Europese Hof, afgewezen. Vastgesteld werd dat middels de door verhuurder aangedragen alternatieven minder zenders waren te ontvangen dan via de schotelantenne. Gelet op de directe werking van artikel 10 EVRM en de uitleg die het Europese Hof hieraan heeft gegeven, kon het Gerechtshof niets anders doen dan de vordering van verhuurder tot verwijdering alsnog afwijzen.

Het tij lijkt dus gekeerd. Gelet op bovenstaande recente jurisprudentie komt het mij voor dat een contractueel verbod op het plaatsen van een schotelverbod in een gerechtelijke procedure geen stand meer zal houden. In plaats van de verwijdering van een schotelantenne af te dwingen, loont het mijns inziens meer om huurders ook daadwerkelijk een volwaardig alternatief te bieden, bijvoorbeeld door een centrale schotelantenne te plaatsen op het dak van een appartementencomplex. Alleen op deze wijze kan een wildgroei aan schotelantennes worden tegengegaan.

Van belang is tenslotte dat het voorgaande niet alleen geldt voor huurovereenkomsten. Alle overeenkomsten en wettelijke regelingen waarin een verbod op de plaatsing van schotelantennes wordt opgelegd worden geraakt door de uitspraak van het Europese Hof.

Jurjan Adriaansens

 



Reacties


Laatste nieuws