DGBC over regeerakkoord 2024: ‘Duurzame ambitie zal van de markt moeten komen’

Er worden geen extra duurzaamheidsregels voor bouwen opgelegd, de energievoorziening moet onafhankelijker en er moet flink gebouwd gaan worden. Dat staat in het regeerakkoord op hoofdlijnen, dat PVV, VVD, NSC en BBB woensdag 15 mei hebben gepresenteerd. 

Er worden geen extra, nationale duurzaamheidsregels voor bouwen opgelegd, staat in het regeerakkoord van de nieuwe coalitie. Toch gaan er wel degelijk dingen veranderen in de regelgeving, legt DGBC-programmamanager Martin Mooij uit: “Het nieuwe kabinet handhaaft de EU-doelen. Zaken als het uitfaseren van aardgas, aandacht voor de CO2-emissie van bouwmaterialen en de stap naar Zero Emission Buildings, blijven allemaal op de agenda. Daar hebben we ons internationaal aan gecommitteerd. Al is dit natuurlijk niet de versnelling die we zouden willen.”

In de tussentijd laat DGBC met haar partners zien dat er voldoende ambitie in de markt zit. Duurzaam bouwen hangt nu meer dan ooit af van de markt. 

Eigen energie 
Het nieuwe kabinet wil meer op eigen energie inzetten om zo minder afhankelijk te zijn van andere landen. Mooij: “Eigen energie en leveringszekerheid zijn een mooi streven. Maar bij die eigen energie moet het dan wel gaan om hernieuwbare energie, anders halen we de klimaatdoelen niet. Het intensiveren van gaswinning op de Noordzee gaat ons daar dus niet bij helpen. En om het te redden met onze eigen duurzame energiebronnen, moeten we twee derde besparen op ons energiegebruik.” 

Klimaatadaptatie 
Het hoofdlijnenakkoord stelt dat er stevig wordt ingezet op klimaatadaptatie. De focus ligt daarbij op veilige dijken en bevaarbaarheid van rivieren. DGBC wijst erop dat klimaatadaptatie ook moet gaan over de gebouwde omgeving. “Als we onze steden prettig en leefbaar willen houden dan moet onze fysieke leefomgeving grondig worden voorbereid op het veranderend klimaat. Want aan die rijdende trein van de klimaatverandering gaat dit kabinet niets veranderen. Zet dan maar vol in op het toevoegen van meer waterberging en groen in de stad,” stelt Jan Kadijk, manager Kennis en Innovatie bij DGBC. “De overheid staat hiervoor niet alleen aan de lat. Ook vastgoedeigenaren zien deze opgave en zijn bereid om te investeren in klimaatadaptatie.” 

Straatje erbij 
De energietransitie, de transitie in het landelijk gebied, klimaatadaptatie: stuk voor stuk leggen ze een claim op dezelfde ruimte en die ruimte is al volledig in gebruik. Een coördinerend minister voor ruimtelijke ordening juicht DGBC daarom van harte toe. “Deze grote transities vragen om een nationale visie op de ruimtelijke ontwikkeling, met hier en daar ook wat regie,” aldus Kadijk.

Wel zet DGBC vraagtekens bij de ‘straatje erbij’-gedachte. “Dat is een beproefd recept voor verkwanseling van het landschap. Bij dit soort sluipende verstedelijking ontbreekt de schaalgrootte die ruimte biedt voor investeringen in extra kwaliteit. Ook vanuit duurzaamheidsoogpunt kun je beter kiezen voor het intensiever gebruiken van bestaande infrastructuur en voorzieningen, dan dat je aan stadsranden rommelt of de weilanden opengooit voor de bouw van nieuwe wijken. Het is ook nog maar zeer de vraag of bouwen in de wei voor financiers aantrekkelijk is, omdat die activiteiten door de lens van de EU Taxonomie waarschijnlijk niet als duurzaam kunnen worden aangemerkt.” 

Herbestemming 
In het regeerakkoord staat dat de bestaande woningvoorraad beter benut gaat worden door de herbestemmingsmogelijkheden van bestaande gebouwen te verruimen. Hierbij valt te denken aan het optoppen en splitsen van woningen, maar ook aan herbestemming van kantoor- en bedrijfspanden. Ook bewoning van recreatiewoningen wordt mogelijk gedoogd. Herbestemming van bestaande gebouwen is vrijwel altijd minder CO₂-intensief dan nieuwbouw en daarom een duurzaam alternatief voor nieuwbouw. 

Ruimte voor iedereen 
Het is positief dat er extra aandacht komt voor groepen die nu hun plek in de gebouwde omgeving niet goed kunnen vinden, zoals jongeren, ouderen, kleinere huishoudens, dak- en thuislozen. “We zien dat de sociale opgave ook door vastgoedpartijen wordt opgepakt, omdat ze verantwoordelijkheid willen nemen op SDG-doelen. Zij zullen hierin een waardevolle partner zijn voor de overheid”, denkt Kadijk. DGBC zal zich ook rond dit thema inzetten als een verbinder tussen markt en overheid. Kadijk besluit: “We zijn benieuwd naar de nadere uitwerking van de plannen in een regeerprogramma en gaan graag in gesprek met de nieuwe bewindslieden, zodat er concrete acties ontstaan.”



Reacties


Laatste nieuws