Dit zijn de belangrijkste fiscale maatregelen voor de overdrachtsbelasting

In de bijdrage van Govinda Kandhai en Jayant Rakhan van Baker Tilly worden de belangrijkste op stapel staande fiscale maatregelen met betrekking tot de overdrachtsbelasting toegelicht. Aanleiding hiervoor was dat de Minister en Staatssecretaris van Financiën recentelijk de Tweede Kamer hebben geïnformeerd over de fiscale maatregelenlijst 2023.

De maatregelenlijst is mede gebaseerd op verschillende rapporten die de afgelopen jaren zijn verschenen, zoals het interdepartementaal beleidsonderzoek (IBO) Vermogensverdeling, het IBO klimaat, het rapport 'Bouwstenen voor een beter belastingstelsel' en het rapport 'Aanpak fiscale regelingen'.

De in totaal 122 maatregelen zijn onderverdeeld in verschillende beleidsterreinen, te weten arbeid en toeslagen, kapitaal / vermogen, klimaat en consumptie. Iedere fiscale maatregel bevat een korte toelichting en waar mogelijk een raming van de budgettaire gevolgen van de maatregel.

In deze bijdrage worden kort de belangrijkste fiscale maatregelen met betrekking tot de overdrachtsbelasting toegelicht.

1. Afschaffen startervrijstelling overdrachtsbelasting
Deze maatregel betreft de afschaffing van de eenmalige vrijstelling van overdrachtsbelasting voor woningkopers die jonger dan 35 jaar zijn, een woning kopen die niet hoger is dan de woningwaardegrens en de woning kopen voor eigen gebruik (als hoofdverblijf). Afschaffen van de startersvrijstelling leidt tot een verhoging van het overdrachtsbelastingtarief voor starters naar 2 procent en een budgettaire opbrengst van 278 miljoen euro bij invoering op 1 januari 2026.

2. Afschaffen verlaagd tarief overdrachtsbelasting voor koop woning door niet-starters
Deze maatregel betreft de afschaffing van het verlaagde overdrachtsbelastingtarief van 2 procent voor woningkopers die de woning kopen voor eigen gebruik (als hoofdverblijf). Afschaffen van het verlaagde tarief leidt tot een verhoging van het overdrachtsbelastingtarief voor woningkopers voor eigen gebruik naar 10,4 procent en een budgettaire opbrengst van 6.043 miljoen euro bij invoering op 1 januari 2025.

3. Het vrijstellen van woningen als hoofdverblijf voor de overdrachtsbelasting
Deze maatregel betreft het vrijstellen van woningen die worden gebruikt als hoofdverblijf voor de overdrachtsbelasting die niet reeds zijn vrijgesteld. Vrijstelling van deze woningen leidt tot een vrijstelling voor alle woningen voor eigen gebruik en een budgettaire derving van 1.439 miljoen euro bij invoering op 1 januari 2026.

4. Afschaffen vrijstelling WOM overdrachtsbelasting
Deze maatregel schaft de WOM-vrijstelling af waardoor voor deze projecten het tarief van 10,4 procent overdrachtsbelasting geldt. Een zogenoemde Wijkontwikkelingsmaatschappij (WOM) heeft als doel projecten te ondersteunen waarin meerdere partijen, meestal gemeenten, woningcorporaties en andere marktpartijen, samenwerken om bijvoorbeeld woonwijken te (her)ontwikkelen. Voor de overdrachtsbelasting geldt een vrijstelling voor verkrijgingen van onroerende zaken (zoals woningen) door een WOM.

Govinda Kandhai en Jayant Rakhan



Reacties


Laatste nieuws