Zeepbel Nederlandse huizenprijzen valt reuze mee

Zowel in de omvang als in de snelheid waarmee de huizenprijzen stegen in de periode 2000-2008 is de situatie op de Nederlandse koopwoningmarkt niet uniek en uitzonderlijk te noemen. De nominale huizenprijzen in het VK, België, Frankrijk, Italië, Zweden. Spanje en Ierland stegen veel sneller in dezelfde periode. Alleen in Zwitserland en Duitsland bleef de bubbel uit. Dat blijkt uit internationaal huizenprijsonderzoek van The Economist in 21 landen over bijna 40 jaar.

Het gezaghebbende tijdschrift The Economist heeft op een uiterst toegankelijke en interactieve manier op de eigen website de huizenprijzen in 21 landen (meest Europese landen) vanaf 1975-tot Q2 2013 weergegeven. Daarin kan naar wens het prijsverloop van de landen met elkaar worden vergeleken door landen aan toe te voegen of te verwijderen. Behalve de nominale huizenprijzen kan ook het effect van de inflatie in mee worden genomen. Ook de huizenprijs in verhouding tot het gemiddeld huishoudinkomen als de relatie met de huurprijzen kunnen worden bepaald.

Wanneer de Nederlandse huizenprijzen vanaf 1975 (basisjaar dat op 100 is gesteld) afgezet worden tegen de andere landen, dan valt op dat de bubbel in de Nederlandse huizenprijzen ten opzichte van de meeste Europese landen – en zelfs daarbuiten - enorm meevalt. Wat verder opvalt is dat de woningprijzen (nominaal als gecorrigeerd voor inflatie) alleen in Zwitserland en Duitsland decennialang uiterst gematigd verlopen.

Klik HIER voor de interactieve huizenprijskaart van The Economist.



Reacties


Laatste nieuws