Stichting Hoogbouw maakte definitief een einde aan 'het getrut' in Nederland

Stichting Hoogbouw maakte definitief een einde aan 'het getrut' in Nederland

'Betrek jonge mensen erbij! De jonge generatie moet het stokje overnemen!' Tot twee, driemaal toe herhaalde oud-bestuurslid prof. (em.) Jan Vambersky zijn oproep aan de stichting tijdens het Hoogbouwcongres in Utrecht afgelopen woensdag, waarmee de Stichting Hoogbouw haar 40-jarig jubileum feestelijk vierde. Na eerder dit jaar een studiereis naar The Big Apple gemaakt te hebben, de bakermat van hoogbouw. 

Is het enthousiasme voor hoogbouw er een beetje uit bij de jeugd na de hartstochtelijke liefdesverklaring aan Manhattan van de toen nog jonge Rem Koolhaas in Delirious New York. Een spraakmakend boek dat in 1978 verscheen en dat wellicht de opmaat vormde voor de oprichting van de Stichting Hoogbouw enkele jaren later. Want het moest maar eens afgelopen zijn met de tijd van het getrut, aldus één van de oprichters, architect Carel Weber. Het getrut dat voornamelijk bestond uit laagbouw. De oprichting van de stichting was een baldadige tegenreactie op de manier waarop in die tijd, in Nederland, werd aangekeken tegen hoogbouw. Hoogbouw werd geassocieerd met cityvorming, grote verkeersdoorbraken, flatneurose, grootschaligheid en onmenselijkheid. ‘Bouwen voor de buurt’ was het credo; hoogbouw werd taboe. Wie nu rondloopt in een stad als Rotterdam waar hoogbouw een vaste waarde is gebleken, in de vorm van iconen als De Delftse Poort, de Zalmhaventoren, de Maastoren, de Red Apple, De Rotterdam, Montevideo, New Orleans en ga zo maar door, kan concluderen dat de Stichting Hoogbouw uiterst succesvol is geweest in de bestrijding van ‘dat getrut’. 

Hoogbouw heeft iets arrogants
Aan het eind van de dag kwam oud-bestuurslid Marnix Norder in zijn wrap up overigens nog even terug op die weerzin tegen hoogbouw en de noodzaak van de Stichting Hoogbouw: 'Nederland is/was plat en denkt plat. Bouwen doen we in hooguit in drie à vier lagen. Terwijl hoogbouw iets on-Nederlands heeft. Het heeft eigenlijk iets arrogants, te vergelijken met de kerktorens die voorheen als enige naar de hemel mochten reiken, iets brutaals. Hoogbouw is fantasie. Omarm die droom en dat narratief!' De stichting vormde volgens Norder een noodzakelijke stap om af te rekenen met die muffige volkshuisvestingscultuur uit de jaren 60. Hij pleitte er aan het slot van zijn bijdrage dan ook voor dat de stichting terug moest naar de rebellie van de beginjaren. Waarbij hij een mooie rebelse rol zag weggelegd voor de huidige voorzitter van de stichting Erik Faber, die de dag met zijn co-host Maurice Hermens op charmante wijze met de nodige zwier gestalte gaf.

De constructieve uitdagingen
Een dag die van start ging met presentaties van twee zwaargewichten afkomstig uit de bakermat van de hoogbouw, New York: constructeur/engineer Fatih Yalniz en architect Roberto Otero. Om te beginnen gaf Fatih Yalniz, senior vicepresident van WSP, in een meeslepend betoog een duizelingwekkend overzicht van de uitdagingen waar je als engineer voor staat bij het bouwen van steeds hogere en steeds slankere skyscrapers. Want tall and slender is in het afgelopen decennium het motto geworden. Met name op Billionaires’ Row in Manhattan, waar de ene na de residentiële ‘pencil tower’ naar de hemel reikt met hoogtes van meer dan 300 meter en een zogenaamde slenderness ratio (de verhouding tussen de grondmaat en de hoogte) van meer dan 1:12. De voorlopige top daarbij is bereikt met de realisatie van 111 W 57th St. Vijfennegentig verdiepingen (424 meter!) hoog en een slenderness ratio van maar liefst 1:24. Het ernaar kijken is voor mensen met een gevoelige maag al teveel, laten we het zo zeggen. Maar razend interessant en ook razend knap zijn de oplossingen waarmee zo’n gebouw niet alleen wordt gebouwd, maar ook stabiel overeind blijft en bewoonbaar en leefbaar is. Want er komt heel wat techniek bij kijken in de vorm van bijvoorbeeld ‘dampers’, grote inpandige stabilisatoren die de windbelasting op grote hoogte compenseren. En enorme, inpandige watertanks die eveneens dienen om bewegingen van het gebouw op te vangen.    

The public space is the anchor
Of deze wijze van hoogbouw nu meteen een ‘levensvatbare en veerkrachtige oplossing biedt voor stedelijke groei’, in de woorden van Stichting Hoogbouw, valt te bezien, maar interessant is het wel. In zijn bijdrage gaf zijn stadgenoot Roberto Otero, associate principal SHoP Architects, aan dat er voor een dergelijke oplossing (levensvatbaarheid en veerkracht) wel meer nodig is dan slimme techniek. En dat er ook moet worden gezocht naar draagkracht in de omgeving en het toevoegen van openbare ruimte waar iedereen iets aan heeft. Want hoeveel leefbaarheid voeg je nu eigenlijk toe aan de stad met appartementen van 100 miljoen dollar of meer, zoals in 111 W 57th St? Projecten waar slim gebruik wordt gemaakt van de zogenaamde air rights, luchtrechten, waarbij het recht om de hoogte in te gaan kan worden gebundeld en verhandeld. En hoewel Roberto Otero zelf als architect nauw betrokken was bij het ontwerp van 111 W 57th St, een project dat hij omschrijft als ‘aggressive slenderness’, liet hij op het Hoogbouwcongres in Utrecht ook groot aantal gerealiseerde projecten zien van SHoP architects waarbij, in zijn woorden, ‘the public space the anchor [was]’, zoals bij Domino Park in Brooklyn. Of Hudsons in Detroit, waar de grootste uitdaging was het publieke leven terug te brengen op een plek dat eens het warm, kloppende hart van de stad was. En ook hoe lastig balanceren het vaak is voor een architect met een voortdurend veranderend programma van eisen en telkens wisselende andere, externe omstandigheden. Goed nieuws is trouwens dat Roberto Otero/SHoP Architects nauw betrokken zijn bij de herinrichting van het Codrico terrein in Rotterdam Katendrecht, dat daarmee één van de eerste projecten van dit wereldwijde opererende architectenbureau in Europa krijgt. Otero’s presentatie kreeg overigens nog een korte, interessante aanvulling over modulair/prefab bouwen, verzorgd door Victoire Saby, Project Director bij SHoP Architects. Want om de productiviteit te verhogen, de duurzaamheid te verbeteren en het tekort aan mensen en materiaal op te vangen, zal er steeds meer worden ingezet op deze wijze van bouwen waarbij er op de bouwplaats vooral wordt geassembleerd wat fabrieksmatig reeds is geproduceerd.

 


Verleden, heden, toekomst
Na deze Amerikaanse inbreng en de daaropvolgende korte break, was het de beurt aan Emiel Arends, stedenbouwkundige Amsterdam & Rotterdam, een terugblik te geven op 40 jaar hoogbouw in Nederland. Net als Roberto Otero hield ook Emiel Arends een pleidooi een goede invulling van de openbare/publieke ruimte rond hoogbouw (‘give people enough space on ground level and you get something nice’), omdat dat één van de belangrijkste succesfactoren is. Met veiligheid, overigens (‘make communities and spaces to meet’). En: staar je niet blind op de vergelijking met een plek als Manhattan, want ook schaal is enorm belangrijk. Kijk eerder naar steden als Frankfurt en London, die iets vergelijkbaarder zijn. Vervolgens was het woord aan Mathew Vola van Arup die ons een sneakpreview gaf van de toekomst. Aan de hand van onderwerpen als demografie, verduurzaming, klimaatontwikkelingen, mobiliteitstrends, circulariteit, biodiversiteit en industrialisatie/prefabricage, gaf hij een beeld van de hoogbouw in de komende veertig jaar. Daaraan koppelde hij het Japanse concept Ikigai, om de rol van de verschillende betrokken partijen (architect, engineer, aannemer, client/overheid) duidelijk te krijgen. Zijn conclusie: hoogbouw is geen doel, maar een middel om een doel te bereiken. Een mooie voorzet voor eerder genoemde dagsluiter Marnix Norder, die enthousiast een grote toekomst voorspelde voor hoogbouw. Maar daar wel de kanttekening bij maakte dat het niet alleen maar moet gaan over gebouwen, maar ook over de omgeving waarin die gebouwen gerealiseerd worden: 'Betrek de omgeving erbij. Creëer draagvlak. Denk goed na over de invulling van de plint en bouw ook high rise voor gezinnen. En laat dat nu precies de aangepaste doelstelling zijn van de Stichting Hoogbouw.'      



Reacties


Laatste nieuws