PBL-rapport voedt onterecht imagoprobleem flexwoning en draagt niet bij aan oplossing

PBL-rapport voedt onterecht imagoprobleem flexwoning en draagt niet bij aan oplossing

Het nieuwste rapport van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) bekritiseert het concept van flexwoningen. De conclusie luidt dat bewoners ontevreden zijn over deze kleine, tijdelijke woningen en er snel uit vertrekken. Daarom zouden er volgens het PBL niet te veel van gebouwd moeten worden. Deze conclusie roept echter vragen op, want dit onderzoek lijkt gebaseerd op een verkeerde vergelijking: het houdt geen rekening met het feit dat flexwoningen meestal geen alternatief zijn voor een reguliere woning – het is vaak óf een flexwoning óf geen woning, schrijft hoofdredacteur Ariana Manduzai in haar commentaar.

Het punt van het PBL dat de tevredenheid laag is onder bewoners van flexwoningen klinkt logisch, maar het is ook een open deur. Niemand beweert dat een flexwoning een ideaal onderkomen is waar iemand zijn leven wil slijten. Net zoals een student niet van plan is om voor altijd in een gedeeld studentenhuis te wonen, verwacht een flexhuurder geen permanente woonoplossing. Toch bieden flexwoningen vaak een basisvoorziening in de overspannen woningmarkt, waar voor velen zelfs een kleine, tijdelijke plek nog beter is dan geen plek.

Het PBL-rapport draagt alleen maar bij aan het al bestaande en tegenwoordig onterechte imago van de flexwoning als minderwaardig alternatief. Door te focussen op het ideale plaatje van hoe mensen willen wonen, versterkt het de beeldvorming van povere containerwoningen. Dat is een misvatting, de kwaliteit van flexwoningen is in de afgelopen jaren aanzienlijk verbeterd. Zo spreekt Ymere van 'permanente woningen op een flexibele locatie'. De bouwkwaliteit en wooncomfort zijn de afgelopen jaren sterk verbeterd, en veel flexwoningen onderscheiden zich niet van permanente woningen. Ze bieden soms zelfs de energie-efficiëntie en duurzaamheid die in reguliere woningbouw nog niet altijd vanzelfsprekend zijn. Deze flexwoningen kunnen dan ook op veel blije huurders rekenen.

Dat bewoners binnen een paar jaar uit de flexwoningen verhuizen vanwege het tijdelijke karakter en de beperkte ruimte is niet verbazingwekkend, maar het is geen reden om flexwoningen minder serieus te nemen als deel van de oplossing voor de woningnood. Het rapport suggereert dat gemeenten zich beter zouden kunnen richten op permanente woningbouw. Deze suggestie dat flexwoningen uit de lucht komen vallen zonder strategische afweging, negeert de realiteit van de druk die op gemeenten en ontwikkelaars ligt. Natuurlijk is het wenselijker om meteen permanent te bouwen, maar de meeste flexwoningen worden juist gerealiseerd omdat permanente bouw op die plekken eenvoudigweg (nog) niet mogelijk is. 

Het rapport wijst ook op mogelijk weerstand bij omwonenden wanneer flexwoningen geplaatst worden, alsof dat een exclusief probleem van tijdelijke bouw is. Élke vorm van woningbouw leidt tot bezwaren vanuit de buurt, iets waar de Raad van State inmiddels overuren door draait. Dat bezwaar tegen woningbouw bestaat, is duidelijk – maar het kan nooit een reden zijn om bouwopties te beperken. Flexwoningen worden bovendien niet zomaar neergezet 'in the middle of nowhere'. Woningcorporaties begrijpen als geen ander dat deze woningen alleen goed functioneren wanneer ze aansluiten bij de bestaande infrastructuur en voorzieningen, en dat mensen niet willen wonen op geïsoleerde locaties.

Mijn persoonlijke stokpaardje is dat niemand wil wonen in een kippenhok en dat er meer grotere woningen gebouwd moeten worden. Maar dat flexwoningen doorgaans niet altijd de grootste woningen zijn, vind ik geen probleem. Je wilt tenslotte ook niet voor altijd in een studentenwoning wonen, maar voor een paar jaar is het prima. Flexwoningen vervullen een belangrijke rol als tijdelijke oplossing in een overspannen markt. Ze bieden uitkomst aan mensen die anders geen woning zouden hebben en het zou naïef zijn om een flexwoning op dezelfde manier te beoordelen als een woning waarin je oud wilt worden. 



Reacties

Jaap van Velzen

Helemaal mee eens. Flex wordt voortdurend bekritiseerd, maar lost daarmee niets op. Zie mijn commentaar op Linkedin van eergisteren. https://www.linkedin.com/feed/update/urn:li:activity:7256974503803600896/

Geplaatst op 30 oktober 2024 om 16:12



Laatste nieuws