Minister Keijzer denkt na over nieuwe variant Crisis- en herstelwet voor woningbouw

Minister Keijzer denkt na over nieuwe variant Crisis- en herstelwet voor woningbouw

Minister Mona Keijzer voor Volkshuisvesting is aan het nadenken over een variant op de Crisis- en herstelwet. ‘Als we met elkaar vaststellen dat er een crisis is op de woningmarkt, dan moet je ook verder willen gaan dan de gebaande paden’, aldus de minister.

Dat zei Keijzer woensdagmiddag tijdens een symposium van de Huurcommissie in Den Haag, waar zij was uitgenodigd als spreker. De middag, onder leiding van de nieuwe voorzitter van de Huurcommissie Pieter Heerma, stond in het teken van reflectie op de impact van de Huurcommissie als onafhankelijke geschillenbeslechter tussen huurder en verhuurder. Adviesbureau Van de Bunt presenteerde de resultaten van het initiële onderzoek naar de impact van de Huurcommissie en diverse stakeholders waren uitgenodigd om hierover mee te praten. Zo kwam uit het onderzoek onder meer naar voren dat kantonrechters veelal de onderzoeksrapporten en beleidsboeken van de Huurcommissie als zeer waardevolle bron van informatie beschouwen.

Plannen
Minister Keijzer benoemde in het gesprek op het podium de verhuurdersbijdrage die corporaties aan de Huurcommissie moeten betalen. ‘Je moet in de toekomst kijken of je het op deze manier wil blijven doen.’ We zijn bezig met een huurregister en kijken op dit moment of dit de manier is om dit te blijven doen. Daarbij merkte de minister op dat niet alle kosten bij de overheid kunnen worden gelegd, want ‘het geld begint een beetje op te raken’. 

Naast het gesprek over de Huurcommissie, lichtte de minister in aanloop naar de presentatie van het regeerakkoord aanstaande vrijdag, ook een tipje van de sluier op wat betreft haar plannen voor de woningmarkt. Dat mensen een betaalbare plek om te wonen kunnen vinden is haar motivatie en iets waar zij zich zegt voor te gaan inzetten. ‘Zo veel mensen zijn nu bijna radeloos op zoek naar een huis, ik ziet dat in mijn eigen gezin. Mijn zonen willen het huis uit, maar dat is lastig’, aldus Keijzer. Ook worden de ouderen benoemd die hun grote huis achter willen laten maar geen betaalbare plek kunnen vinden. 

Dwingend recht
Zowel grote locaties als kleinschalige oplossingen krijgen haar aandacht. ‘Elk huis is er een en daar wil ik er de komende tijd veel meer mogelijk van gaan maken. Niet via ellenlange procedures, maar door te kijken of het als dwingend recht kunnen gaan opnemen.’ 

Keijzer noemt daarbij dat een mantelzorgwoning lang een vergunningsvrij bouwwerk was totdat het werd opgenomen in de Omgevingswet. ‘Als gemeenten nu zeggen dat ze liever niet die mantelzorgwonigen willen, dan stel ik de vraag of wij woningnood hebben of niet. Als je met elkaar vaststelt dat dat zo is, dan moet je ook verder willen gaan dan de gebruikelijke gebaande paden en een stapje extra zetten. Ik zit na te denken op een variant op de Crisis- en herstelwet. We moeten gaan schrappen in procedures en moeten misschien zelfs wel wat grotere stappen zetten’, aldus de minister. ‘Daar hebben we de volksvertegenwoordiging bij nodig, maar volgens mij gaan wij daar elkaar wel in vinden, omdat we allemaal de verhalen kennen en allemaal zien hoe nodig het is dat de bouwproductie op gang komt’, zei Keijzer tenslotte terwijl ze zich richtte tot een aantal aanwezige Tweede Kamerleden in de zaal.

Crisis- en herstelwet
De Crisis- en herstelwet werd in 2010 in het leven geroepen om ruimtelijke plannen, van infrastructurele projecten tot woningbouwprojecten en windmolenparken, sneller te kunnen uitvoeren. Onder de wet konden procedures worden ingekort en werd het benodigde aantal vergunningen teruggedrongen. De wet verviel op 1 januari 2024 en werden bepalingen overgenomen in de Omgevingswet.



Reacties


Laatste nieuws