Als gevolg van de groeiende woningschaarste in Amsterdam zijn er door de gemeente regels opgesteld met betrekking tot de verhuur van vakantiewoningen. Verhuurders die zich niet aan deze regels houden kunnen flinke boetes verwachten die kunnen oplopen tot een bedrag van 21.750 euro.

De instelling en handhaving van de wettelijke registratieplicht
Sinds april 2021 bestaat er een wettelijke registratieplicht voor verhuurders, waarbij de registratienummers door verhuurplatforms bijgehouden moeten worden, is het achterhalen van illegale vakantieverhuur gemakkelijker geworden. Later dat jaar is de gemeente, onder andere doormiddel van digitaal toezicht, begonnen van het handhaven van de wettelijke registratieplicht. Mocht bij een woning waarmee online geadverteerd wordt een registratienummer of vergunning ontbreken, dan wordt er een onderzoek gestart.

Het overtreden van de verhuurregels kan leiden tot verschillende repercussies. Administratieve overtredingen, zoals het verhuren zonder vergunning, kunnen resulteren in een boete van 8.700 euro. Bij het overtreden van het maximaal aantal toegestane nachten dat de woning verhuurd mag worden vindt een zogenaamde leefbaarheidsovertreding plaats. Leefbaarheidsovertredingen worden beboet met een som van 11.600 euro. Het verhuren van een woning waar de woningbezitter zelf niet in woont resulteert in de hoogste boete: maar liefst 21.750 euro.

Verhuren van een huis, appartement, kamer of studio in Amsterdam is toegestaan, maar wel onder de voorwaarde van een aantal strenge eisen. Woningen mogen voor maximaal 30 nachten per jaar verhuurd worden, met een maximum van vier personen per nacht. Daarnaast is het verplicht om de periode van verhuur vóór de komst van de gasten te melden bij de gemeente.

Verandering in het boetesysteem rondom administratieve overtredingen
Bij het handhaven van de regelgeving zijn er een groep overtreders aan het licht gekomen waarvoor de gemeente heeft besloten om de hoogte van de boetes aan te passen. Het gaat hier om particuliere verhuurders, die hun woning sporadisch verhuren en zich daarbij niet bewust zijn van de officiële wet voor het verhuren van hun woning.

Afgelopen april werd dan ook het beboeten van Airbnb-verhuurders tijdelijk stilgelegd, na meerdere meldingen van verhuurders over de boetes voor administratieve overtredingen. Zo meldde een verhuurder dat hij een boete van 11.600 euro had ontvangen na een periodieke verhuuropbrengst van maar 550 euro. Deze verhuurder was totaal niet vermogend genoeg om een boete van deze hoogte te betalen en belandde daardoor in een financiële noodsituatie.

Nu er door de gemeente is besloten om de boete voor een eerste administratieve overtreding eenmalig te verlagen naar 3.000 euro wordt het beboeten weer opgepakt. Voor overtreders die voorafgaand aan de wetsverandering het hoge boetebedrag al hebben betaald, wordt een gedeeltelijke terugbetaling in werking gezet. De gemeente geeft aan deze terugbetalingen in het eerste kwartaal van 2023 afbetaald te willen hebben.

Voor verhuur door professionele organisaties geldt de boeteverlaging niet. Zij zullen nog steeds 11.600 euro moeten betalen na een administratieve overtreding, ook als het de eerste keer is. Door het invoeren van de lagere boetes voor eenmalige overtreders en het compenseren van de eerder beboete verhuurders probeert de gemeente de verhuurders tegemoet te komen en de nieuwe wetgeving op een ‘menselijkere’ wijze te handhaven.