In het kader van de Varianten voor de Verhuurderheffing, waarover minister Blok de Tweede Kamer op 20 juni 2013 een brief stuurde, worden diverse maatregelen genoemd om transformatie van bestaand vastgoed te stimuleren.

Dat betreft:

- Tijdelijke verlaging van de BTW op arbeid en wellicht ook materialen bij transformatie van kantoren naar (sociale) woningen. Vanwege mogelijke strijdigheid met de Europese BTW richtlijnen moet dit voorstel formeel aan de Europese Commissie worden voorgelegd, aldus Blok.

- Investeringsaftrek voor transformatie. Dit zou kunnen door de investeringsaftrek ingevolge de verhuurderheffing ook van toepassing te laten zijn op transformatie van leegstaand vastgoed naar zelfstandige woningen, zie verder hieronder.

- Afschaffen van de integratieheffing. Blok overweegt afschaffing van de fiscale integratieheffing, die transformatie nu ernstig bemoeilijkt. Eerder heeft het NRP, net zoals diverse andere organisaties, aandacht gevraagd voor de belemmerende werking van de integratieheffing. Deze heffing van 21% wordt dikwijls nog geheven wanneer in bestaand onroerend goed nieuw vervaardigde huurwoningen worden gebouwd. Voor de kosten van het vervallen van de heffing dient grotendeels dekking te worden gezocht binnen het Belastingplan 2014. Voor een beperkt deel van de kosten kan dekking worden gevonden binnen de verhuurderheffing, zo geeft Blok aan.

Blok doet in de brief diverse voorstellen voor investeringsprikkels voor maatschappelijk urgente investeringen, die in mindering worden gebracht op de Verhuurdersheffing. De totale opbrengst van de Verhuurdersheffing blijft echter de in het Woonakkoord afgesproken 1,7 euro miljard bedragen. De investeringsaftrekken leiden tot voordelen bij verhuurders die er gebruik van maken en derhalve tot nadeel van de andere verhuurders. Daarom blijven wat betreft Blok de hoogte van de investeringsaftrekken beperkt tot 300 miljoen euro per jaar. De varianten met investeringsaftrekken zijn gericht op energiebesparing met labelstappen, energienotaloze woningen, investeringen in de drie krimpregio's en Rotterdam-Zuid, nieuwbouw, ingrijpende renovatie en transformatie van kantoren. Ter indicatie van de effecten is voor deze laatste mogelijkheid een impuls van 6 miljoen euro doorgerekend, waarbij is uitgegaan van 10.000 euro per gerealiseerde woning in een getransformeerd kantoor.

Download hier de complete brief.