Zzp-wet tegen schijnzelfstandigheid: ‘Niet direct reden voor grote zorgen’

Zzp-wet tegen schijnzelfstandigheid: ‘Niet direct reden voor grote zorgen’

Recent werd bekend dat de zzp-wet tegen schijnzelfstandigheid vanaf 1 januari 2025 in de praktijk moet worden gebracht. Over de gevolgen hiervan leven veel vragen onder zowel zzp'ers als opdrachtgevers, merken Jaron Bollegraaf en Robbert Jan Meerman van Solid Public. Volgens hen is er echter geen reden voor grote zorgen. ‘Op het hogere niveau van diensten en tarieven waarvan in de vastgoedsector sprake is, zullen zich niet direct problemen voordoen. Maar het is wel belangrijk om je hierover goed te informeren.’

Het tegengaan van schijnzelfstandigheid is geen nieuw beleid. De Wet deregulering beoordeling arbeidsrelatie (DBA) bestaat al acht jaar, maar de Belastingdienst hoefde die tot nu toe niet echt te handhaven. Het nieuwe kabinet wil daar volgend jaar wel mee starten. Zo moet de oneerlijke concurrentie tussen personeel in loondienst en zzp'ers worden weggenomen. De opdrachtgever hoeft namelijk geen loonbelasting en sociale premies te betalen aan zzp’ers; de ondernemer heeft op zijn beurt recht op allerlei aftrekposten bij de belastingaangifte, waaronder de zelfstandigenaftrek.

Onduidelijkheid over de impact
De Belastingdienst is al jaren bezig met het uitleggen van de wet, waaronder de criteria waaraan een werkende moet voldoen om de opdracht als zelfstandig ondernemer uit te mogen voeren. Volgens Bollegraaf en Meerman heerst er hierdoor nog veel onduidelijkheid over de impact van de wet, zeker nu deze ineens relatief snel dreigt in te gaan. 

‘Veel van onze opdrachtgevers zijn nu voorzichtiger en terughoudender’, merkt Bollegraaf op. ‘Ze wachten bijvoorbeeld met het inzetten van nieuwe zzp’ers of overwegen zelfs afscheid te nemen van zzp’ers die ze nu inhuren. Daarom is er snel behoefte aan opheldering wat er precies gecontroleerd gaat worden en waar de handhaving zich op gaat richten. Dat lijkt in eerste instantie vooral te gaan om probleemgevallen en -sectoren, dat is de vastgoedmarkt niet.’

Naar buiten presenteren als zelfstandige
Volgens de DBA-wet moet een ondernemer onder andere financiële risico’s dragen, zelf voor gereedschap en andere materialen zorgen, specifieke kennis of vaardigheden meebrengen die het inhurende bedrijf zelf niet heeft en zich tijdens de werkzaamheden naar buiten presenteren als zelfstandige. Vooral bij het laatstgenoemde criterium ontstaat al direct een knelpunt, vertelt Meerman. ‘Veel organisaties - júist overheidsinstellingen - werken met hun eigen systemen. Om in te loggen heb je een e-mailadres nodig. Deze gebruik je vanzelfsprekend ook in de communicatie met externen, want je vertegenwoordigt de organisatie en niet jezelf. Om dat wel te verplichten, is voor de opdrachtgever onwenselijk.’

Korte duur en beperkt aantal uren
Ook moet er voor zelfstandigheid sprake zijn van een relatief korte duur van de opdracht en/of een beperkt aantal uren per week. ‘Dat is nogal vrij te interpreteren’, reageert Bollegraaf. ‘We zien bijvoorbeeld vaak dat zzp’ers door gemeenten worden ingehuurd om een speciaal ontwikkelproject te begeleiden, zoals de bouw van een parkeergarage. Dit zijn altijd ondernemers die daar veel specifieke kennis van en ervaring mee hebben, en dus veel meerwaarde bieden. Alleen kan zo’n traject vele jaren duren. Hoewel de intentie van de opdracht tijdelijk en dus eindig is, is zo’n periode natuurlijk niet bepaald van korte duur.’

Naast dit soort projectmatige aanstellingen werkt Solid ook vaak aan het invullen van een zwangerschapsverlof of een langdurige ziekte van een collega. ‘De kracht van interim is juist dat je iemand inzet die vrijwel dezelfde kennis en ervaring heeft als degene die wegvalt’, legt Meerman uit. ‘Die vervanging is vaak fulltime, voor zo lang als het nodig is. Maar dat is dan dus niet een beperkt aantal uren per week, zoals de wet eigenlijk voorschrijft. Ook op dat vlak is dus behoefte aan meer bewegingsruimte voor functies met een hoog specialistisch gehalte.’

Bewijs van ondernemerschap
Tot slot moet er volgens de wet bewijs zijn van ondernemerschap, zoals klantenwerving, investeringen, een eigen administratie en meerdere opdrachtgevers. Onder bepaalde voorwaarden mag je als zzp’er echter ook voor één opdrachtgever werken. Hiervoor moet je allereerst voldoen aan de andere bepalingen uit de DBA-wet, maar er mag geen sprake zijn van een situatie waarbij de opdrachtgever te veel controle over je heeft. Dat wordt een gezagsverhouding genoemd. ‘Er is daarom behoefte aan duidelijkheid over wat door de Belastingdienst precies gezien wordt als een gezagsverhouding’, zegt Bollegraaf. ‘Dit soort begrippen laten zich namelijk maar moeilijk definiëren en zorgen voor grijze gebieden in wet- en regelgeving.’

Flexibele schil
Zzp’ers blijven volgens Meerman hard nodig, zeker voor de functies waarvoor tijdelijk zeer specifieke kennis nodig is. Daarom is voor dit type werk coulance nodig bij de definitie van zelfstandigheid. ‘Dat geldt juist ook voor overheidsinstellingen, vooral voor de kleinere gemeenten die bijvoorbeeld een gebiedsontwikkelaar nodig hebben maar niet in huis hebben. Een flexibele schil is daarom belangrijk, maar moet niet te groot zijn. Daarmee kan in een behoefte worden voorzien die ze anders niet ingevuld krijgen. Die mogelijkheid wil je niet missen door deze wetgeving.’

Bollegraaf is van mening dat er best wat meer waardering mag zijn voor zzp’ers. ‘Zij vullen het gat op wat er in ons arbeidsrecht zit: professionals inschakelen voor een tijdelijke behoefte. Dat valt in loondienstverband bijna niet te regelen. Helaas zijn er te veel mensen die op papier zelfstandig zijn, maar dat in hart en nieren eigenlijk niet zijn. Zij zijn dat geworden omdat ze er meer mee kunnen verdienen en er in deze krappe arbeidsmarkt altijd wel garantie is op een nieuwe klus. Sommigen zeggen zelfs hun baan op om zich door dezelfde organisatie weer te laten inhuren. Dat is in alle opzichten oneerlijk en ongewenst. Organisaties zouden principieel nee moeten zeggen tegen zulke praktijken, hoe moeilijk dat ook is in tijden van arbeidskrapte.’

Meer vraag naar vaste aanstellingen
Solid Public maakt onderdeel uit van de Solid Group, die al ruim twintig jaar bestaat. Het is een sectorbreed platform voor de werving en selectie van professionals voor commercieel vastgoed (Solid Recruitment), managementfuncties (Solid Executives) en publiek en maatschappelijk vastgoed (Solid Public). Daarmee kan het bedrijf de hele vastgoedmarkt bedienen. 

‘Wij merken door de huidige onrust na lange tijd weer meer vraag naar vaste aanstellingen’, vertelt Meerman. ‘Dat is geen verkeerde ontwikkeling, om eens kritisch naar de eigen flexibele schil te gaan kijken. Is die misschien te groot, zijn er inderdaad functies die wel gewoon vast ingevuld moeten en kunnen worden? Wij kunnen daarmee helpen, zonder een belang te hebben in welke keuze ze uiteindelijk maken. Voor ons maakt het namelijk niet uit. Wij kunnen bemiddelen bij zowel vaste aanstellingen als interim opdrachten.’

 

Meer weten? www.solid-public.nl 

 

 



Reacties


Laatste nieuws