Anno 2020 biedt de campus van de Hanzehogeschool ruimte aan meer dan 30.000 studenten. Daarom ontstond de wens om de campus uit te breiden en te vernieuwen. Om tijdens de grootschalige renovatie de tijd te overbruggen, was een tijdelijke oplossing gewenst. Dankzij het snelle optreden van modulair bouwbedrijf Jan Snel kan de hogeschool de komende jaren op een modern schoolgebouw rekenen.

In februari werd gestart met de plannen, al in augustus konden de studenten hun intrede in het nieuwe IPO-gebouw doen. Het project laat op treffende wijze zien welke mogelijkheden Jan Snel voor scholen biedt en bewijst dat modulaire bouw geen standaard unit gebouw hoeft te zijn. Naast een hoge realisatietijd biedt de modulaire bouwmethode namelijk ook een hoop flexibiliteit. Doordat er eindeloze variatie mogelijk is aan de binnen- en buitenzijde van de units is er namelijk een antwoord voor elke huisvestingsvraag.

IPO-gebouw
Wegens nieuwbouw en uitbreiding van de huidige Hanzehogeschool was er vraag naar tijdelijke huisvesting op het Hanzeterrein van EnTranCe. Het tijdelijke gebouw moet op zijn minst de komende vier jaar uitkomst bieden aan honderden studenten van de opleiding Industrieel Product Ontwerpen. Om te voorkomen dat studenten overlast van de bouw ervoeren, moest het gebouw in de zomervakantie worden gerealiseerd. Zodoende zette Jan Snel in slechts acht weken bouwtijd een aardbevingsbestendige school neer met een oppervlakte van 1.260 m2, bestaande uit twee bouwlagen. Over deze bouwlagen zijn een centrale hal, zeven klaslokalen, vier kantoorruimten en twee sanitaire voorzieningen verdeeld.

Hoewel het K3000-bouwsysteem met betonnen vloeren van Jan Snel het uitgangspunt vormde, zijn een aantal bijzondere keuzes gemaakt om het gebouw een unieke sfeer te geven. Door goede samenwerking tussen de Hanzehogeschool, de Unie Architecten en Jan Snel is er een modulair gebouw ontworpen met een geheel eigen uitstraling. Hoewel de tijdelijke bouw aanvankelijk op weerstand stuitte, waren de reacties van het personeel en de leerlingen uitsluitend positief toen het pand in gebruik genomen werd. Peter Vaas, projectmanager vastgoed & energietransitie bij de Hanzehogeschool vertelt: “In eerste instantie was men bang om in een bouwkeet terecht te komen. Nu de school er staat, vindt iedereen het een geweldig en prachtig gebouw. Het is fris, netjes en licht! Iedereen is bijzonder tevreden.”

Bijzondere uitvoering
Hoewel modulaire bouw vaak wordt geassocieerd met standaardoplossingen, laat het IPO-gebouw zien dat niets minder waar is. “De school had een aantal specifieke wensen, waardoor het een hele leuke variant op basis van onze K3000-bouwsysteem is geworden. Door het uitwerken van een aantal creatieve ideeën is hier een gebouw ontstaan dat we niet vaak tegenkomen! Dat maakt het project echt bijzonder,” vertelt Jorrit Janmaat, huisvestingsadviseur bij Jan Snel. Nadat de keuze op een modulair bouwsysteem van Jan Snel was gevallen, besloot de school namelijk Rik Veltman van de Unie Architecten in de arm te nemen. “Rik is heel creatief en klantgericht. Hij kan van iets modulairs iets heel moois maken – dat is echt zijn kracht”, legt Peter Vaas uit.

Modulair bouwen is niet zo rechtlijnig als men soms denkt. Het modulaire bouwsysteem leent zich uitstekend om een gebouw met een eigen uitstraling te ontwerpen. Zo is er in het pand gebruik gemaakt van vele glascomponenten, om een open sfeer te realiseren. De ingang is voorzien van een mooie, grote glaspui, er is gekozen voor een glazen lift en daarnaast is er in de centrale hal gewerkt met een grote vide. Op die manier heeft het gebouw een hele ruimtelijke uitstraling.

Samensmelting van kleuren
Niet alleen het gebruik van grote glaspartijen maakt het IPO-gebouw uniek; ook zijn door de Unie Architecten een aantal bijzondere kleurkeuzes gemaakt. Zo is de school uitgevoerd in een opvallende oranje kleur en zijn ook in het interieur een aantal in het oog springende kleuren gebruikt. De trap en de balustrade hebben een gele kleur gekregen, terwijl op een aantal ramen blauwe folie is toegepast. Hierdoor krijgt de trap vanuit een bepaalde hoek een groene kleur, waardoor een bijzondere samensmelting van kleuren ontstaat. Rob Derksen, projectleider bij Jan Snel, licht toe: “Wij denken vaak in kwaliteit versus betaalbaarheid, terwijl een bijzonder ontwerp echt een extra dimensie aan onze gebouwen kan toevoegen. Een architect kan onze gebouwen daardoor echt iets extra’s geven.” In de eerste plaats staat de gebouwindeling centraal, maar daarnaast wordt ook goed nagedacht over de uitstraling van de gebouwen die Jan Snel levert. Jorrit Janmaat vertelt: “We gaan bij Jan Snel eerst uit van de standaard, zodat we onze klanten een betaalbare oplossing kunnen leveren. Van daaruit kan een architect extra uitstraling toevoegen zoals de klant dat wilt!”

Aardbevingsbestendige oplossing
De Hanzehogeschool te Groningen is nog net binnen de cirkel van het verhoogde aardbevingsrisico gevestigd. Dat betekent dat niet alleen nagedacht moest worden over een praktische oplossing, maar ook rekening gehouden moest worden met de fundering en constructie. Behalve het feit dat de grond in Groningen kan bewegen door een aardbeving, heeft de samenstelling van de grond op de Hanze campus namelijk weinig draagkracht. Met het oog op de relatief korte gebruiksduur van het schoolgebouw is heien echter een dure en arbeidsintensieve oplossing. Daarom worden funderingsplaten toegepast om de grond gebruiksklaar te maken. Rob Derksen, projectleider bij Jan Snel legt uit: “We proberen voor de opdrachtgever de kosten zo laag mogelijk te houden. We gaan daarom vooraf met een geotechnicus en constructeur aan de slag om te kijken wat mogelijk en acceptabel is om vervormingen en verzakkingen te voorkomen. Er wordt daarom per project gekeken naar de belasting, de hoogte en de grootte van het pand. Elke keer is de oplossing weer anders.” In dit geval is gekozen voor dikkere funderingsplaten met een dubbele wapening.

Schoolgebouw volgens de laatste eisen
Aangezien het tijdelijke gebouw dienstdoet als school, was het belangrijk om rekening te houden met een aantal aanvullende eisen. Het IPO-gebouw voldoet dan ook aan de meest actuele standaarden van het Programma van Eisen – Frisse Scholen. Het gebouw voldoet aan Klasse B, dat betekent dat de temperatuur en luchtkwaliteit ook comfortabel blijven bij een vol klaslokaal. Zo mag de CO2-concentratie de norm van 950 ppm niet overschrijden. Dat zorgt ervoor dat studenten kunnen rekenen op een gezond binnenklimaat met prettige binnentemperaturen, ongeacht de weersomstandigheden. De tijdelijke huisvesting doet daarmee niet onder voor een permanent schoolgebouw.

Bijzondere samenwerking
Het was niet de eerste keer dat Jan Snel voor de Hanzehogeschool aan de slag ging. De bouwer en hogeschool hebben een raamcontract voor meerdere jaren, wat betekent dat Jan Snel de komende jaren verantwoordelijk is voor alle tijdelijke huisvesting op het Hanzeterrein. De intensieve samenwerking heeft als voordeel dat alle neuzen dezelfde kant op staan. Jorrit Janmaat is daar zeer content mee: “Door langdurig samen te werken leer je elkaar echt kennen en weet je wat je aan elkaar hebt. Na ieder project analyseren we wat goed gaat en wat beter kan. Door daar goed naar te luisteren en continu te verbeteren hebben we nu een uitmuntende score op alle vlakken, zowel op commercieel gebied als qua uitvoering en service. Je bouwt echt een band op met elkaar en dat maakt het samenwerken erg fijn.” Op die manier kon ook voor dit project een oplossing op maat geboden worden.

Het IPO-gebouw voorziet de Hanzehogeschool van een volwaardig schoolgebouw voor de komende jaren. Dankzij de modulaire bouwmethode van Jan Snel kon snel gehandeld worden, en blijven de kosten bovendien binnen de perken. Jorrit Janmaat vertelt: “Doordat we veel prefabriceren, kunnen we snel een betaalbare oplossing van hoge kwaliteit leveren. Onze units kunnen in de toekomst weer worden ingezet, wat als voordeel heeft dat de units en materialen niet gesloopt of weggegooid hoeven te worden. Zo dragen we ons steentje bij aan het milieu en hebben we een passende oplossing voor het milieubewuste klimaat waarin we leven.”

Een bijdrage van Jan Snel.