Prijsvraag bij viering: Havensteder vraagt óók vertrouwen

Haar honderdjarig jubileum grijpt corporatie Havensteder aan om een prijsvraag te organiseren. Tot 30 november wacht de vraag ‘hoe wonen wij in de toekomst?’ op een antwoord dat tot een duurzaam, flexibel en betaalbaar plan kan leiden. De aanleiding is feestelijk, de reden dringend. 

‘De band tussen de huurders en corporaties moet weer sterker worden. Bij dat idee past de vorm van de prijsvraag’, stelt Hedy van den Berk, bestuurder van de Havensteder in de stadsregio Rotterdam. Met een prijsvraag viert Havensteder haar honderdjarig jubileum. ‘Hoe wonen wij in toekomst?’ Om het winnende antwoord op die vraag uit te werken tot een plan looft Havensteder 15.000 euro uit. Daarna is er 50.000 euro beschikbaar om dit project te realiseren. Inzenders kunnen kiezen of zij deelnemen als amateur of als professional. Voor de amateurs zijn er publieksprijzen beschikbaar: 1000 euro voor de winnaar, 500 euro voor wie de tweede en 250 euro voor wie de derde plaats behaalt. Een meerderheid van stemmen op de site van Havensteder beslecht de competitie.

De ideeën van deelnemers die zichzelf als professional aanmerken, worden door een vakjury beoordeeld waarin behalve Hedy van den Berk namens Havensteder de architect bij KACP Han van den Born, de algemeen coördinator bij de Stichting Proefhof Pinar Coskun, Hans Karssenberg van STIPO, stadssocioloog Arnold Reijnberg en marketingspecialist voor maatschappelijke projecten Suzanne Volder zitting hebben. Zij selecteren vijf gegadigden die in een pitch hun ideeën presenteren. De jury wijst de winnaar aan. ‘In oktober vierde Havensteder haar verjaardag met een symposium’, vertelt Van den Berk. ‘Het lijkt ons mooi als wij precies een jaar later aan de stad kunnen laten zien wat de prijsvraag heeft opgeleverd.’

Verlangens van de huurder
De vraag prikkelt de fantasie en is tegelijk enigszins dringend. Hoe kan Havensteder tegemoet blijven komen aan de verlangens van haar huurders en duurzame en betaalbare woningen bieden? Thuiswerk vraagt bijvoorbeeld om een anders ingedeelde woonruimte. Hetzelfde geldt voor de vorm van mantelzorg waarbij meerdere generaties samen in één huis komen te wonen en gedeeltelijk toch hun zelfstandigheid – met bijvoorbeeld een eigen opgang – willen behouden. Daarnaast heeft Havensteder huurders die het onderhoud aan hun huis niet geheel aan de woningcorporatie willen overlaten  en daarom voor een zogenaamde kluswoning kiezen: tegen een lagere huur, op voorwaarde dat zij de kwaliteit van het pand  zelf op peil houden of brengen. Ook mensen die van Havensteder een bedrijfsruimte huren, willen veelal ontsnappen aan het gestandaardiseerde contract en zich niet langer dan voor één jaar vastleggen.

Experimenten
Nu al experimenteert Havensteder met nieuwe vormen van verhuren. Op kleine schaal biedt de corporatie kluswoningen aan en kangoeroewoningen. ‘Die naam verwijst naar het buideltje waar een kangoeroe zijn jong in draagt’, aldus Van den Berk. In deze huizen wonen volwassenen samen met hun ouders of andere familieleden uit de vorige generatie, aan wie zij zorg bieden. En vlakbij het Rotterdamse Centraal Station is er het Zomerhofkwartier, een bedrijventerrein dat vanwege de veroudering van de kantoor- en winkelpanden herontwikkeld zou moeten worden. Omdat het Havensteder moeite kostte bedrijven voor het gebied te interessen en geldgebrek de sloop- en nieuwbouwplannen de weg versperde, heeft de corporatie een tussentijd ingelast. Culturele instellingen en kleine bedrijven in de creatieve industrie benutten de panden. Vrijwilligers uit de buurt beheren er een moestuin. ‘Deze projecten vervullen een laboratoriumfunctie’, zegt Van den Berk. ‘Wat werkt? Wat slaat aan? Als we dat weten, kunnen we deze experimenten opschalen naar een groter gebied.’

Kleinschaliger en goedkoper
Van den Berk begon haar loopbaan in de woonwereld bij het Woningbedrijf Den Haag en specialiseerde zich in de herhuisvesting van mensen die tijdelijk zonder woning zaten tijdens de stadsvernieuwing. Als vanzelfsprekend lokt dat laatste begrip een aanvulling uit: de stadsvernieuwing van de jaren tachtig. ‘Ik vind het nog altijd een mooi woord’, zegt Van den Berk. ‘Maar de tijd van het masterplan is voorbij. De vernieuwing waar wij ons op richten, moet kleinschaliger, preciezer en fijnmaziger.  En goedkoper: vroeger sprong de overheid bij als er tekorten onstonden. Daar hoeven we nu niet meer op te rekenen.’

Één van de criteria waarop de inzendingen voor de prijsvraag worden beoordeeld, is de betaalbaarheid. Dat heeft niet alleen betrekking op de ontwikkeling van het winnende project. Een groot deel van de Rotterdamse bevolking – meer dan de helft - is op een sociale huurwoning aangewezen en een aanzienlijk aantal van hen heeft moeite de stijgende huren op te brengen. Maar het beslag op de toeslagen is in de afgelopen jaren zo enorm toegenomen dat je nu al weet dat dat systeem geen stand kan houden. Het vergt creativiteit om Rotterdam betaalbaar te houden, niet alleen voor yuppen, maar ook voor mensen met een wat smallere beurs. Om die reden zijn vroeg in de vorige eeuw de woningcorporaties voor opgericht.’

Herstel van vertrouwen
Het is zeker dat blijvend betaalbare huisvesting Havensteder en de andere woningcorporaties moeite zal kosten. Daarnaast vergt de ‘organische vernieuwing’ die Havensteder nastreeft van de Rotterdammers een grote betrokkenheid- bij hun buurt, maar ook bij de plannen die hun verhuurder ontwikkelt. Na de parlementaire enquête staan de corporaties er in de beeldvorming niet goed voor, weet ook Van den Berk. ‘Het is nodig het vertrouwen te herstellen. Met onze prijsvraag laten we weten dat we geïnteresseerd zijn in wat Rotterdammers zelf denken over het wonen in deze stad.’

Jasper Dik



Reacties


Laatste nieuws