Vandaag is het verslag van het Financieel Stabiliteitscomité naar buiten gekomen. In dit comité hebben De Nederlandsche Bank (DNB), de Autoriteit Financiële Markten (AFM) en het ministerie van Financiën zitting. Het comité concludeert dat de strengere regels rondom hypotheekverstrekking weliswaar aan een stabiele ontwikkeling van de huizenprijzen en kredietverlening bijdragen, maar dat ze ook voor nieuwe obstakels op de woningmarkt kunnen zorgen. 

Het verslag van het Financieel Stabiliteitscomité is vandaag naar buiten gekomen. Daar staat in dat huishoudens bij een lagere hypotheek misschien minder kwetsbaar zijn, maar tegelijkertijd belemmerd worden “een huis te kopen op het door hen gewenste moment.'' Als een huishouden eerst een aantal jaren moet sparen om een huis te kopen, is het toegewezen op de huurwoningmarkt. Dit zorgt er dan weer voor dat de vraag naar huurwoningen kan gaan toenemen, aldus het comité. Maar het aanbod kan op deze toegenomen vraag niet snel genoeg reageren. Zo ontstaat er een tekort op de huurwoningmarkt.

Tekort

Onlangs werd door Deloitte berekend dat er een tekort in het geliberaliseerde segment zal ontstaan waar een investering van 40 miljard voor nodig is om dit op te lossen. Deloitte concludeerde tevens dat Nederlandse partijen onvoldoende financiële capaciteit hebben om hier op in te springen.

Versnellen

De Europese Commissie concludeerde gisteren dat “de huurmarkt wordt afgeremd door de regulering en de aanwezigheid van een zeer grote sociale woningsector”. De Europese commissie wil dat Nederland de ingezette beleidswijzigingen op de woningmarkt versneld zou doorvoeren, maar zegt tegelijkertijd dat het tempo van deze wijzingen moet “laten afhangen van de brede economische ontwikkelingen”.