Kaarten geschud: fragmentatie en pragmatiek

De prognoses zijn uitgekomen: winst voor D66, SP en de lokalen, verlies voor regeringspartijen PvdA en VVD. De grote winnaar D66 was al een echte Randstadpartij, maar 19 maart brengt voor deze middenpartij nu ook grote aanhang in de steden Groningen, Enschede, Tilburg en Amersfoort. Het is vooral een bittere pil voor de PvdA die D66 voor moet laten gaan in de steden waar zij een decennia lange traditie van besturen heeft. De partij telt de zwaarste verliezen (>10 procent) in Rotterdam, Amsterdam, Tilburg, Enschede, Emmen en Deventer. In steden waar sinds de vorige verkiezingen een lokale partij al een flinke positie had – Rotterdam, Den Haag, Almere, Maastricht, Dordrecht, Almere – toont deze een groei of behoud van het aandeel (tezamen 30 procent).

Wat betekent dit allemaal in de praktijk? Auteur Annette Duivenvoorden, projectleider bij Platform31, analyseert de gevolgen van de uitslagen van de gemeenteraadsverkiezingen!

Oude bolwerken kalven af

De derde goede winnaar is de SP. Zij heeft grote aanhang in Brabant, maar telt nu ook in Nijmegen de meeste stemmen. Het CDA is erin geslaagd om haar verlies in het zuiden dit keer te compenseren met winst in het noorden en het oosten. De partij is landelijk de grootste gebleven. Zwolle is de stad van de ChristenUnie geworden, maar ook daar is D66 flink gegroeid. Kortom, de verkiezingen laten oude bolwerken afkalven en leiden tot een nog grotere fragmentatie van het politieke veld.

Effect op stad en regio

Wat betekenen deze uitkomsten voor de belangrijke dossiers voor stad en regio? De winnende partijen stellen in hun programma's dat het allemaal efficiënter, effectiever en transparanter moet en er ruimte is voor kleinschalige initiatieven.

Maar liefst 46 procent van de kiezers baseert zijn of haar stem op het thema zorg, zo blijkt uit de enquête van onderzoeksbureau Ipsos. Een stem voor D66 of een lokale partij betekent een efficiëntere en effectievere invulling van de decentralisaties met 'wijkteams' als coördinerend professioneel veld. De kiezers vinden dat dit thema veel te technocratisch wordt aangepakt terwijl het rondom de zorg draait om 'langer zelfstandig zijn' en 'op eigen kracht'. De winnende partijen zien links- of rechtsom een grote verantwoordelijk en inzet van burgers. Daarnaast leiden de decentralisaties tot een flink risico op de begroting met daardoor een grotere rol voor de raadsleden.

De woonomgeving staat op 2 in van de lijst van thema's waarop kiezers hun stem bepalen. De mismatch op de woningmarkt is de grote opgave uit de partijprogramma's. D66 stelt in haar verkiezingsprogramma's dat zij af wil van de verplichte percentages sociale woningbouw per project en deze wil verleggen naar het niveau van de hele stad. Dit betekent meer differentiatie in de stadswijken. Verder maken de winnende partijen in de partijprogramma's zich hard voor flexibiliteit van plannen en regelgeving. Zij zien kansen voor kleinschalige investeringen in de stad met transformatie van gebouwen, tijdelijke gebruik van leegstaande kantoren of het oprichten van collectieven en coöperaties voor onder andere energie of collectief opdrachtgeverschap. Hiermee wil de partij de stad dan ook aantrekkelijk houden om nieuwe economieën aan te trekken.

Ondanks de crisis baseert 22 procent van de kiezers zijn stemkeuze op het thema financiën. De winnende partijen willen het risicovolle gedrag van gemeentelijke grondbedrijven een halt toe roepen. Ze maken zich hard voor het verlies nemen op grondposities en het stoppen van grondspeculatie door gemeenten. Bezuinigen zijn onontbeerlijk en de lokale politieke grootmachten zoeken draagvlak voor de keuzes die ze gaan maken. De gemeenten gaan snijden in het eigen personeelsbestand en zien efficiëntievoordelen bij gemeentelijke samenwerking. Subsidies worden afgebouwd en de OZB gaat alleen in het uiterste geval omhoog, maar over dit laatste verschillen de winnende partijen wel sterk. De komende jaren gaan pijnlijke keuzes gemaakt worden, maar de partijprogramma's zien kansen om te werken vanuit de nieuwe werkelijkheid.

Leren van de lokale pragmatiek

Onderzoeksjournalisten van de Volkskrant concludeerden twee weken geleden dat de verdeling van de wethoudersposten volgens vast patronen verloopt: VVD-ers kiezen voor financiën, D66 voor onderwijs en de lokalen voor ruimtelijke ordening en wonen. Door de verandering in de zorg zal sociale zaken en werkgelegenheid van veel meer van strategische betekenis worden. Met de nieuwe politieke orde en de opgaven is de tijd van maatwerk en couleur lokaal aangebroken. Per regio liggen andere opgaven. Laat de landelijke politiek hier maar op zijn voorbereid en leren van de lokale pragmatiek en oplossend vermogen.

Klik HIER om meer over de gemeenteraadsverkiezingen te lezen!

 


Reacties


Laatste nieuws