Staedion scoort al jarenlang qua reputatie ongeveer in het midden van de vijftien onderzochte corporaties in de Building Business Reputatie Monitor. Steady dus. Alleen in 2010 had Staedion een plotselinge uitschieter naar boven: een vijfde plek. Hoe zal het dit jaar gaan met de reputatie van deze Haagse corporatie met zo’n 38.000 woningen?

Komt Staedion van zijn plek en beweegt de reputatie? Volgens de respondenten in de afgelopen jaren had Staedion zijn communicatie op orde. Ook de gedragsintentie ‘in de toekomst zaken doen met’ zag er goed uit. Dat is een gewoonlijk een voorspeller van hogere reputatiescores in de toekomst.

Maar op beide fronten zakte Staedion in 2012 wat terug. Afwachten dus of dit eenmalig is, of dat er sprake is van een trendbeweging. Het kan iets met de zichtbaarheid van de bestuursvoorzitter Willem Krzeszewski te maken hebben. In zijn eigen stad manifesteert hij zich, maar in het vastgoedvak veel minder. Dat zou een verklaring kunnen zijn. De vent is de tent, vinden veel reputatiemanagers.

Leiderschapsrol

Beperkte zichtbaarheid van corporatiedirecteuren in het vastgoedvak is trouwens niet ongewoon; heel veel bestuursvoorzitters lijden hieraan. Uiteraard is reputatiemanagement meer dan alleen de zichtbaarheid van de vent, maar het kan wel degelijk meespelen. Van grote corporaties wordt immers een leiderschapsrol in het vak verwacht. Een visie hoe het verder moet met de sociale huursector, nu daar ingrijpende veranderingen aan de gang zijn en de reputatie van de sector bij het grote publiek en bij Haagse politici veel te wensen overlaat.

Staedion haalde in 2012 zijn beste scores op de reputatieaanjagers ‘servicegerichtheid’ en op ‘financiële prestatie’. De eerste is volgens de respondenten in het onderzoek belangrijk, de tweede heeft echter veel minder gewicht. Op de andere reputatieaanjagers liet Staedion het vorig jaar wat afweten.