Voormalig Vestia-directeur Erik Staal hoeft zijn vertrekpremie van 3,5 miljoen euro niet in te leveren. Dat heeft de rechtbank in Rotterdam bepaald.

De woningcorporatie wilde twee besluiten van de voormalige Raad van Commissarissen nietig laten verklaren. Deze twee besluiten vormden de basis voor het toekennen van een vertrekpremie van 3,5 miljoen euro aan voormalig-direceur Erik Staal.

Maar volgens de rechtbank is er geen juridische grond aanwezig om de vordering toe te wijzen.
Vestia was van mening dat er sprake was van dwaling. Toen de Raad van Commissarissen een besluit nam over de vertrekpremie, had het een verkeerde voorstelling van zaken. Bij een juiste voorstelling had de raad dit besluit niet genomen, zo stelt Vestia. Daarom zou het besluit moeten worden vernietigd.

Bijna failliet

Omdat leden van de toenmalige RvC van mening zijn dat zij niet hebben gedwaald, willen zij daarom ook geen beroep doen op dwaling. Dat was voor de rechtbank voldoende basis om het besluit niet te vernietigen.
De grote woningcorporatie ging in 2012 bijna failliet omdat flink was verloren op ingewikkelde, financiële producten die onder leiding van Staal waren gekocht. De banken moesten eraan te pas komen om Vestia overeind te houden. De corporaties zijn waarschijnlijk nog jarenlang geld kwijt vanwege het debacle.

(ANP)