Kompas voor de toekomst van een prettige ouderenzorg

Wonen in een verpleeghuis heeft geen goede naam. Twee op de drie Nederlanders moeten er niet aan denken later in een verpleeghuis terecht te komen. Het zijn hardnekkige vooroordelen, vindt Hetti Willemse van Publicarea.

En wij, burgers steken onze kop in het zand en doen niks ter voorbereiding op het onherroepelijke ouder worden. 'We cross our fingers' in de hoop die 'lucky ones' te zijn, die 90 worden en dan nog steeds actief zijn. Tegelijkertijd worden de verpleeg- en verzorgingshuizen bang gemaakt voor de nieuwe tijd en de noodzakelijke veranderingen die in de toekomst nodig zijn. Mijn gewaardeerde collega- columnist Johan Paul schreef op 16 december 2012 op Zorgvisie.nl dat als de kabinetsplannen voor de AWBZ en het scheiden van wonen en zorg doorgaan, de zorgorganisaties op grote schaal failliet zullen gaan. Alsof de zorgorganisaties niet kunnen anticiperen op de plannen en er geen alternatieven zijn. Ik zie toch echt door het hele land geslaagde voorbeelden die het tegendeel bewijzen.

Samenspel

Van een gebouw alleen word je niet gelukkig. Net zo min als van zorg. Zorg heb je nodig, en die moet je krijgen: op tijd en van een goede kwaliteit. Je welbevinden, je eigenwaarde, je hobby's, het contact met mensen, het zijn aspecten die bepalen hoe prettig je je voelt in een verpleeghuis. Het gaat om het samenspel tussen het gebouw, de omgeving en de sociale processen van (groepen) mensen.
Mijn bureau Publicarea en stedenbouwkundig bureau VenhoevenCS kregen van het Stimuleringsfonds voor Architectuur de ruimte voor toekomstige levensloopbestendige wijken een strategie te bedenken waarin de fysieke analyse (hoe zien interieur, gebouw, openbare ruimte en buurt eruit) en planvorming samengaan met sociale analyse (wat beweegt de mens en houdt hem/haar bezig). Het welzijn, en de blijvende participatie en ontmoetingen van mensen bevorderen, en daar waar zorg nodig is ervoor zorgen dat ie er is.

Een van de voornaamste redenen van het Architectuurfonds om dit praktijkonderzoek te financieren was de innovatieve fysiek-sociale combinatie van de twee bureaus. En de mogelijkheid om in die combinatie traditionele schotten te doorbreken en qua exploitatie aantrekkelijke nieuwe ketens in de wijk te bouwen, tussen zorgorganisaties, ondernemers, burgerinitiatieven,woningcorporaties en gemeenten. Het onderzoek, uitgebracht onder de titel Buurtkompas, leert dat los van de stedelijke of dorpse omgeving er te weinig aansluiting is tussen zorginstellingen met de buurt eromheen. De visie van zorginstellingen is te eendimensionaal: zij wordt bedacht en getoetst vanuit de instelling zelf. Het gesprek met de buurt en de partijen die er in gevestigd zijn, wordt te weinig gevoerd. De rode draad in het Buurtkompas is de ouderenhuisvesting, de zorginstelling, op een natuurlijk manier onderdeel te laten zijn van de omliggende buurt. Op zo'n manier dat de drempel voor bewoners van de instelling om naar buiten te gaan en waar gewenst de buurt in te trekken en actief te blijven zo laag mogelijk wordt. En andersom dat het voor bezoekers en buurtbewoners aantrekkelijk wordt om het gebouw binnen te gaan en indien mogelijk gebruik te maken van de faciliteiten die de zorginstelling te bieden heeft.

Twaalf strategieën

Het Buurtkompas bevat twaalf strategieën die zijn ondergebracht in vier categorieën:

1. De wereld binnen handbereik: uitdagen en activeren;

2. Een levendige plek: verbinden en ontmoeten;

3. Wooncarrière met zorg: huisvesten en verbreden;

4. Samen voor de buurt: informeren en samenwerken.

Een ander voorbeeld, de brochure Leefplezier van Stichting Bouwen aan Leefbaarheid en Vilans, laat zien hoe je huisvesting en bedrijfsvoering kunt toesnijden op wat kwetsbare mensen wensen, wat plezierig en goed voor hen is en hen leefplezier geeft. In de brochure wordt voor zeven leefterreinen aansprekend in beeld gebracht wat in de ogen van ouderen belangrijk is.

Levensloopbestendige buurt

De kansen en belangen van de zorginstelling liggen fysiek, sociaal en economisch in de levensloopbestendige buurt. Denk aan een combinatie met verenigings- en sportactiviteiten. Of samen met oudere buurtbewoners en horecaondernemers, de restaurantfunctie en zelfgekookte maaltijden behouden. Het gaat erom een gevoel van vertrouwen bij de ouder wordende buurtbewoner te creëren en te behouden. Mocht hij dan te zijner tijd een verpleeghuis als veilige thuishaven nodig hebben, hij daar vrede mee kan hebben, 'het is goed zo'. En voor de instellingen zelf niks geen faillissementen als zij op tijd de bakens hebben verzet, zij een kompas hebben, en dat vooral gebruiken om hun weg naar de toekomst te zoeken.

Hetti Willemse is allround specialist op het terrein van strategie, beleid en implementatiemanagement voor partijen in het publieke domein en mede-eigenaar van Publicarea, adviesbureau voor complexe samenwerkingsprocessen in het publiek domein. Zij publiceerde deze column ook in Zorgvisie in 2013. Willemse raadt geïntereerden in het onderwerp ook eens te kijken op Zorgvisite, een recensiesite van woonzorgcentra



Reacties


Laatste nieuws