Lakeman blijft KPMG vervolgen in Vestia zaak

De Stichting Onderzoek Bedrijfs Informatie (SOBI) blijft KPMG vervolgen in de derivatenzaak Vestia. Voorzitter Pieter Lakeman vindt dat dat de rechter ook uitspraak had moeten doen over de de onjuiste waardering door de accountant van de rentederivaten.

De accountant die de boeken van woningcorporatie Vestia had gecontroleerd, kreeg afgelopen augustus een berisping van de tuchtrechter. Dat gebeurde omdat hij de controle van de jaarrekening 2010 niet kritisch genoeg heeft beoordeeld en onterecht een accountantsverklaring afgaf. SOBI laat weten tevreden te zijn met de berisping, maar vindt dat de rechter ook uitspraak had moeten doen over de onjuiste waardering door de accountant van de rentederivaten.

Onjuist lezen

Volgens SOBI zijn de fouten van de accountant niet het gevolg van het onvolledig bijhouden van het dossier of van onvolledige controle, maar vloeien de fouten voort uit het 'onjuist lezen en/of toepassen van de waarderingsregels'. De rechter keek volgens Lakeman eerder te veel naar de administratieve aspecten, en 'minder naar zwaarwegende zaken als misleidende jaarrekeningen en onjuiste jaarcijfers'. Er wordt 'te veel naar allerlei regeltjes en te weinig naar de echte inhoud gekeken', aldus Lakeman.

Daarnaast heeft de rechtbank zich ook niet verdiept in de vraag of KPMG het beroep van accountant in diskrediet heeft gebracht door verkeerde waarderingsregels toe te passen. Daar had SOBI eerder ook een klacht over ingediend.

Vestia kwam in 2012 in grote financiële problemen door de aanschaf van de risicovolle beleggingsproducten. De corporatie werd met een schuldenpost van meer dan 2 miljard euro opgescheept en die is voor een deel bij andere corporaties beland.